Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal spectacle

Vertaal spectacle van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spectacle:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor spectacle (Frans) in het Nederlands

spectacle:

spectacle [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le spectacle (représentation théâtrale; représentation; exposition; show)
    de opvoering; de voorstelling; de vertoning; de staatsie; de show; de parade
    • opvoering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vertoning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • staatsie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • show [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • parade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. le spectacle (vue; scène)
    het spektakel; het schouwspel
  3. le spectacle (pièce de théâtre; drame; théâtre; tragédie; comédie)
    het toneelstuk; het stuk; het schouwspel; het drama
    • toneelstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schouwspel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drama [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le spectacle (représentation théâtrale)
    de toneelvoorstelling; de toneeluitvoering
  5. le spectacle (face; visage; vision; )
    het gezicht; het aangezicht; het gelaat
    • gezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aangezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gelaat [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. le spectacle (pièce à grand spectacle)
    kijkstuk
  7. le spectacle (vue; aspect; vision)
    de aanblik
    • aanblik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. le spectacle (comédie; pièce de théâtre; vaudeville)
    het blijspel; de klucht
    • blijspel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klucht [de ~] zelfstandig naamwoord
  9. le spectacle (sketch)
    het toneelstukje

Vertaal Matrix voor spectacle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanblik aspect; spectacle; vision; vue vue
aangezicht face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; façade; figure; forme; front; mine; physique
blijspel comédie; pièce de théâtre; spectacle; vaudeville
drama comédie; drame; pièce de théâtre; spectacle; théâtre; tragédie
gelaat face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique
gezicht face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue panorama; vision; vue
kijkstuk pièce à grand spectacle; spectacle
klucht comédie; pièce de théâtre; spectacle; vaudeville bouffonnerie; farce; vaudeville
opvoering exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle
parade exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle défilé; défilé militaire; parade; revue
schouwspel comédie; drame; pièce de théâtre; scène; spectacle; théâtre; tragédie; vue pièce à grand spectacle; revue à grand spectacle
show exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle happening; représentation; show
spektakel scène; spectacle; vue brouhaha; bruit; chahut; tapage; tumulte; vacarme
staatsie exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle apparat; cortège; cérémonie; défilé; défilé religieux; formalités; procession; solennité
stuk comédie; drame; pièce de théâtre; spectacle; théâtre; tragédie action; article; artillerie; beau morceau; bel homme; branche; canon; canons; catégorie; châssis; composant; fille du tonnerre; fraction; fragment; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; jolie femme; membre; morceau; part; partie; portion; publication; ration; rayon; section; segment; titre; type épatant; élément de base
toneelstuk comédie; drame; pièce de théâtre; spectacle; théâtre; tragédie
toneelstukje sketch; spectacle
toneeluitvoering représentation théâtrale; spectacle
toneelvoorstelling représentation théâtrale; spectacle
vertoning exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle
voorstelling exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle happening; représentation; show
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; dans un état triste; déchiré; défectueux; délabré; détraqué; détérioré; dévoré; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en panne; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; hors d'usage; hors de service; lacéré; rompu; troué; variolé

Synoniemen voor "spectacle":


Wiktionary: spectacle

spectacle
noun
  1. vue d’ensemble qui attirer les regards, l’attention.
spectacle
noun
  1. opzienbarend schouwspel
Cross Translation:
FromToVia
• spectacle → show; voorstelling ↔ show — entertainment
• spectacle → spektakel ↔ spectacle — something exhibited to view

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van spectacle







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0519 seconde
Page rendered in 1.0 seconds