Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. soi-disant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor soi-disant (Frans) in het Nederlands

soi-disant:

soi-disant bijvoeglijk naamwoord

  1. soi-disant (quasi; pseudo-)
    quasi; pseudo-; zogenaamde; kwasi
  2. soi-disant (supposé; prétendu; dit)
    verondersteld; vermeend
  3. soi-disant (dit; ainsi nommé)
    wat men noemt
  4. soi-disant (prétendu; supposé; dit; prétendument)
    gewaand

Vertaal Matrix voor soi-disant:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewaand dit; prétendu; prétendument; soi-disant; supposé
vermeend dit; prétendu; soi-disant; supposé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quasi pseudo-; quasi; soi-disant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwasi pseudo-; quasi; soi-disant
pseudo- pseudo-; quasi; soi-disant
verondersteld dit; prétendu; soi-disant; supposé
wat men noemt ainsi nommé; dit; soi-disant
zogenaamde pseudo-; quasi; soi-disant

Synoniemen voor "soi-disant":


Wiktionary: soi-disant

soi-disant
adjective
  1. autoproclamé ; qui se déclare tel. — note Le sujet se prétend être ainsi.
soi-disant
adverb
  1. naar (betwijfelde) bewering

Cross Translation:
FromToVia
soi-disant ogenschijnlijk; op het eerste gezicht; schijnbaar ostensibly — ostensibly
soi-disant zogenaamd; zgn. so-called — so named

Verwante vertalingen van soi-disant