Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. servir à table:


Frans

Uitgebreide vertaling voor servir à table (Frans) in het Nederlands

servir à table:

servir à table werkwoord

  1. servir à table (servir; prendre soin de; fournir; )
    bedienen; opdissen; voorzetten; opdienen; aan tafel bedienen
    • bedienen werkwoord (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
    • opdissen werkwoord (dis op, dist op, diste op, disten op, opgedist)
    • voorzetten werkwoord (zet voor, zette voor, zetten voor, voorgezet)
    • opdienen werkwoord (dien op, dient op, diende op, dienden op, opgediend)
    • aan tafel bedienen werkwoord (bedien aan tafel, bedient aan tafel, bediende aan tafel, bedienden aan tafel, aan tafel bediend)
  2. servir à table (présenter; servir; offrir)
    voorschotelen
    • voorschotelen werkwoord (schotel voor, schotelt voor, schotelde voor, schotelden voor, voorgeschoteld)

Vertaal Matrix voor servir à table:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opdienen service; service du diner
opdissen service d'un plat
voorzetten affichage; apposition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan tafel bedienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table
bedienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table s'occuper de; servir
opdienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table
opdissen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table se servir à table
voorschotelen offrir; présenter; servir; servir à table
voorzetten fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table

Verwante vertalingen van servir à table