Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. se rendre:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor se rendre (Frans) in het Nederlands

se rendre:

se rendre werkwoord

  1. se rendre (capituler)
    capituleren; opgeven; zich overgeven
    • capituleren werkwoord (capituleer, capituleert, capituleerde, capituleerden, gecapituleerd)
    • opgeven werkwoord (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • zich overgeven werkwoord
  2. se rendre (capituler)
    toegeven; zich over geven
  3. se rendre (capituler)
  4. se rendre (capituler; rendre les armes; se livrer; déposer; céder)
    capituleren; opgeven; zich overgeven; overgeven; uitleveren
    • capituleren werkwoord (capituleer, capituleert, capituleerde, capituleerden, gecapituleerd)
    • opgeven werkwoord (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • zich overgeven werkwoord
    • overgeven werkwoord (geef over, geeft over, gaf over, gaven over, overgegeven)
    • uitleveren werkwoord (lever uit, levert uit, leverde uit, leverden uit, uitgeleeefd)
  5. se rendre (s'avouer vaincu)
    overgeven; strijd opgeven

Vertaal Matrix voor se rendre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opgeven demander; prièr; requêter
overgeven abandon du combat; armistice; reddition; vomissement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capituleren capituler; céder; déposer; rendre les armes; se livrer; se rendre
opgeven capituler; céder; déposer; rendre les armes; se livrer; se rendre abandonner; arrêter; cesser; débrancher; débrayer; déconnecter; décrocher; défaire; dégrafer; déserter; désespérer; détacher; dételer; dévisser; enregister; faire inscrire; inscrire; inscrire pour; laisser; laisser tomber; perdre l'espoir; présenter; renoncer à; s'inscrire; sacrifier; souscrire; être éliminé
overgeven capituler; céder; déposer; rendre les armes; s'avouer vaincu; se livrer; se rendre accorder; concéder; cracher; céder; donner; dégueuler; déléguer; déposer; faire circuler; laisser; livrer; offrir; passer quelque chose à quelqu'un; porter; présenter; remettre; rendre; renoncer; tendre quelque chose à quelqu'un; transmettre; vomir
strijd opgeven s'avouer vaincu; se rendre
toegeven capituler; se rendre admettre; avouer; céder; reconnaître
uitleveren capituler; céder; déposer; rendre les armes; se livrer; se rendre
zich over geven capituler; se rendre
zich overgeven capituler; céder; déposer; rendre les armes; se livrer; se rendre

Wiktionary: se rendre

se rendre
verb
  1. naar een bijeenkomst gaan

Cross Translation:
FromToVia
se rendre zich overgeven give up — surrender

Verwante vertalingen van se rendre