Frans
Uitgebreide vertaling voor se ramollir (Frans) in het Nederlands
se ramollir:
-
se ramollir (laisser tremper; tremper; macérer; rendre tendre; ramollir quelque chose; radoucir; rendre mou; faire tremper; mettre à tremper)
ontharden; week maken; verweken; zachtmaken; in de week zetten-
week maken werkwoord
-
in de week zetten werkwoord
-
se ramollir (attendrir; émouvoir; adoucir; radoucir; amollir; s'attendrir)
-
se ramollir (atténuer; adoucir; modérer; rendre mou)