Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. se chamailler:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor se chamailler (Frans) in het Nederlands

se chamailler:

se chamailler werkwoord

  1. se chamailler (se bagarrer; se battre; tabasser; )
    vechten; bakkeleien; knokken; duelleren; kampen; matten
    • vechten werkwoord (vecht, vocht, vochten, gevochten)
    • bakkeleien werkwoord (bakkelei, bakkeleit, bakkeleide, bakkeleiden, gebakkeleid)
    • knokken werkwoord (knok, knokt, knokte, knokten, geknokt)
    • duelleren werkwoord (duelleer, duelleert, duelleerde, duelleerden, geduelleerd)
    • kampen werkwoord (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
    • matten werkwoord (mat, matte, matten, gemat)
  2. se chamailler (se disputer; se quereller; argumenter)
    ruziën; ruzie maken; twisten; krakelen; kiften; kijven
    • ruziën werkwoord (ruzie, ruziet, ruziede, ruzieden, geruzied)
    • ruzie maken werkwoord (maak ruzie, maakt ruzie, maakte ruzie, maakten ruzie, ruzie gemaakt)
    • twisten werkwoord (twist, twistte, twistten, getwist)
    • krakelen werkwoord
    • kiften werkwoord (kift, kiftte, kiftten, gekift)
    • kijven werkwoord (kijf, kijft, keef, keven, gekeven)
  3. se chamailler (se quereller)
    kibbelen; kiften
    • kibbelen werkwoord (kibbel, kibbelt, kibbelde, kibbelden, gekibbeld)
    • kiften werkwoord (kift, kiftte, kiftten, gekift)

Vertaal Matrix voor se chamailler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ruzie maken dispute
vechten combat; concours
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakkeleien aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur discuter; polémiquer; se disputer
duelleren aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur
kampen aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur combattre; lutter; se battre
kibbelen se chamailler; se quereller chicaner; discutailler; être en bisbille avec quelqu'un
kiften argumenter; se chamailler; se disputer; se quereller
kijven argumenter; se chamailler; se disputer; se quereller
knokken aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur lutter; se bagarrer; se battre; se cogner
krakelen argumenter; se chamailler; se disputer; se quereller
matten aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur lutter; se bagarrer; se battre; se cogner
ruzie maken argumenter; se chamailler; se disputer; se quereller
ruziën argumenter; se chamailler; se disputer; se quereller
twisten argumenter; se chamailler; se disputer; se quereller argumenter; contester; contredire; controverser; courber à plusieurs reprises; discuter; débattre; polémiquer; répliquer; se disputer
vechten aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur combattre; lutter; se bagarrer; se battre; se cogner

Wiktionary: se chamailler

se chamailler
verb
  1. ruzie maken

Cross Translation:
FromToVia
se chamailler harrewarren bicker — to quarrel in a tiresome manner

Verwante vertalingen van se chamailler