Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. santé:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor santé (Frans) in het Nederlands

santé:

santé [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la santé (bien-être)
    de gezondheid; het welzijn

santé

  1. santé

Vertaal Matrix voor santé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezondheid bien-être; santé
welzijn bien-être; santé bonheur; bonne fortune; félicité; prospérité; salut; succès
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
proost santé

Synoniemen voor "santé":


Wiktionary: santé

santé
noun
  1. Bon état de l’organisme (1)

Cross Translation:
FromToVia
santé cheers; santé; gezondheid; proost; prut; daar ga je cheers — toast when drinking
santé welzijn; gezondheid health — state of being free of physical or psychological disease, illness, or malfunction

Verwante vertalingen van santé