Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. saison des vacances:


Frans

Uitgebreide vertaling voor saison des vacances (Frans) in het Nederlands

saison des vacances:

saison des vacances [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la saison des vacances (temps des vacances)
    de vakantietijd
  2. la saison des vacances (temps des vacances)
    het reisseizoen

Vertaal Matrix voor saison des vacances:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reisseizoen saison des vacances; temps des vacances
vakantietijd saison des vacances; temps des vacances

Verwante vertalingen van saison des vacances