Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. s'occuper de:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor s'occuper de:
    • ervoor zorgen, bezighouden met, bezig zijn met


Frans

Uitgebreide vertaling voor s'occuper de (Frans) in het Nederlands

s'occuper de:

s'occuper de werkwoord

  1. s'occuper de (admettre; noyer; faire entrer; )
    inlaten
    • inlaten werkwoord (laat in, liet in, lieten in, ingelaten)
  2. s'occuper de (servir)
    bedienen; knoppen bedienen
  3. s'occuper de (servir à table; servir; prendre soin de; )
    bedienen; opdissen; voorzetten; opdienen; aan tafel bedienen
    • bedienen werkwoord (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
    • opdissen werkwoord (dis op, dist op, diste op, disten op, opgedist)
    • voorzetten werkwoord (zet voor, zette voor, zetten voor, voorgezet)
    • opdienen werkwoord (dien op, dient op, diende op, dienden op, opgediend)
    • aan tafel bedienen werkwoord (bedien aan tafel, bedient aan tafel, bediende aan tafel, bedienden aan tafel, aan tafel bediend)
  4. s'occuper de (avoir quelque chose à faire)
    te doen hebben
    • te doen hebben werkwoord (heb te doen, hebt te doen, had te doen, hadden te doen, te doen gehad)
  5. s'occuper de (s'y prendre; opérer; procéder; )
    werken; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; optreden; handelen; leven
    • werken werkwoord (werk, werkt, werkte, werkten, gewerkt)
    • opereren werkwoord (opereer, opereert, opereerde, opereerden, geopereerd)
    • manipuleren werkwoord
    • te werk gaan werkwoord (ga te werk, gaat te werk, ging te werk, gingen te werk, te werk gegaan)
    • procederen werkwoord (procedeer, procedeert, procedeerde, procedeerden, geprocedeerd)
    • optreden werkwoord (treed op, treedt op, trad op, traden op, opgetreden)
    • handelen werkwoord (handel, handelt, handelde, handelden, gehandeld)
    • leven werkwoord (leef, leeft, leefde, leefden, geleefd)
  6. s'occuper de (pratiquer)

Vertaal Matrix voor s'occuper de:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handelen action; le fait d'agir
leven bousculade; brouhaha; bruit; chahut; charivari; cohue; effervescence; existence; presse; présence; réalité; tapage; tumulte; vacarme; vie; émoi
opdienen service; service du diner
opdissen service d'un plat
optreden attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
voorzetten affichage; apposition
werken conséquence; effet; fonctionnement; impact; implication
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan tafel bedienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table
bedienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table servir
handelen agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre accomplir; agir; exécuter; faire; faire du commerce; opérer; réaliser; s'acquitter de
inlaten admettre; encastrer; faire entrer; laisser entrer; noyer; s'engager dans; s'occuper de
knoppen bedienen s'occuper de; servir
leven agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre demeurer; exister; habiter; héberger; loger; résider; siéger; séjourner; vivre
manipuleren agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre manipuler
opdienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table
opdissen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table se servir à table
opereren agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
optreden agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre faire du théâtre; jouer; présenter un spectacle; se produire
procederen agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
te doen hebben avoir quelque chose à faire; s'occuper de
te werk gaan agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
voorzetten fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table
werken agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre effectuer; exécuter; réaliser; travailler
zich bezighouden met pratiquer; s'occuper de

Wiktionary: s'occuper de

s'occuper de
verb
  1. zich bekommeren om iemand

Cross Translation:
FromToVia
• s'occuper de zorgen; verzorgen sorgen — (transitiv) sich um das Wohl von jemandem oder etwas bemühen

Verwante vertalingen van s'occuper de