S'imaginer in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

s'imaginer:
- inleven; voelen; meeleven; invoelen; zich verbeelden; aanmatigen
Wiktionary:
- s'imaginer → indenken
Gebruikers suggesties voor s'imaginer:
- zich voorstellen, inbeelden

Frans

Uitgebreide vertaling voor s'imaginer (Frans) in het Nederlands

s'imaginer (s'identifier à; envisager; se mettre dans la peau de; compatir; se figurer; comprendre; considérer; représenter; présenter; figurer; parler sérieusement)
inleven; voelen; meeleven; invoelen
- inleven werkwoord (leef in, leeft in, leefde in, leefden in, ingeleefd)
- voelen werkwoord (voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
- meeleven werkwoord (leef mee, leeft mee, leefde mee, leefden mee, meegeleefd)
- invoelen werkwoord (voel in, voelt in, voelde in, voelden in, ingevoeld)
s'imaginer (se faire des idées)
zich verbeelden; aanmatigen
- zich verbeelden werkwoord
- aanmatigen werkwoord (matig aan, matigt aan, matigde aan, matigden aan, aangematigd)

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
meeleven		compassion
voelen		fouiller; tâter; tâtonner
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanmatigen	s'imaginer; se faire des idées
inleven	compatir; comprendre; considérer; envisager; figurer; parler sérieusement; présenter; représenter; s'identifier à; s'imaginer; se figurer; se mettre dans la peau de
invoelen	compatir; comprendre; considérer; envisager; figurer; parler sérieusement; présenter; représenter; s'identifier à; s'imaginer; se figurer; se mettre dans la peau de
meeleven	compatir; comprendre; considérer; envisager; figurer; parler sérieusement; présenter; représenter; s'identifier à; s'imaginer; se figurer; se mettre dans la peau de	compatir; déplorer; exprimer ses condoléances; plaindre; présenter ses condoléances
voelen	compatir; comprendre; considérer; envisager; figurer; parler sérieusement; présenter; représenter; s'identifier à; s'imaginer; se figurer; se mettre dans la peau de	apercevoir; constater; distinguer; observer; palper; percevoir; remarquer; ressentir; s'apercevoir de; s'aviser de; saisir par la perception; se rendre compte de; sentir; subir; toucher; tâter; tâtonner; vivre; voir; éprouver
zich verbeelden	s'imaginer; se faire des idées

s'imaginer

verb