S'efforcer in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

s'efforcer:
- mikken; gericht werpen; streven; ijveren; inspannen; moeite geven; proberen; trachten; pogen
Wiktionary:
- s'efforcer → streven, vechten, worstelen, moeite hebben met, proberen

Frans

Uitgebreide vertaling voor s'efforcer (Frans) in het Nederlands

s'efforcer (viser à; viser; ambitionner; aspirer à)
mikken; gericht werpen
- mikken werkwoord (mik, mikt, mikte, mikten, gemikt)
- gericht werpen werkwoord
s'efforcer (ambitionner; aspirer à; viser à; viser)
streven; ijveren
- streven werkwoord (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
- ijveren werkwoord (ijver, ijvert, ijverde, ijverden, geijverd)
s'efforcer (faire des efforts; se donner la peine)
inspannen; moeite geven
- inspannen werkwoord (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)
- moeite geven werkwoord (geef moeite, geeft moeite, gaf moeite, gaven moeite, moeite gegeven)
s'efforcer (tâcher; essayer; tenter; essayer de; chercher à)
proberen; trachten; pogen
- proberen werkwoord (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)
- trachten werkwoord (tracht, trachtte, trachtten, getracht)
- pogen werkwoord (poog, poogt, poogde, poogden, gepoogd)

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pogen		ambition; aspiration; but; ce que l'on vise; intention
proberen		effort; essai; tentative
streven		ambition; application; aspiration; but; ce que l'on vise; cible; consécration; dessein; destination; dévouement; effort; enjeu; intention; mise; mise à prix; objectif; tentative
trachten		ambition; aspiration; but; ce que l'on vise; effort; essai; intention; tentative
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gericht werpen	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à
ijveren	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à
inspannen	faire des efforts; s'efforcer; se donner la peine	atteler
mikken	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à	viser; viser à
moeite geven	faire des efforts; s'efforcer; se donner la peine
pogen	chercher à; essayer; essayer de; s'efforcer; tenter; tâcher
proberen	chercher à; essayer; essayer de; s'efforcer; tenter; tâcher	déguster; essayer; essayer la taille; goûter; soumettre à un test; tenter; tester; éprouver
streven	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à	ambitionner; aspirer à; viser; viser à
trachten	chercher à; essayer; essayer de; s'efforcer; tenter; tâcher

Cross Translation:

From	To	Via
• s'efforcer	→ streven	↔ strive — to try to achieve
• s'efforcer	→ vechten; worstelen; moeite hebben met	↔ struggle — to strive, to labour in difficulty, to fight
• s'efforcer	→ proberen	↔ try — to work on something