S'amoindrir in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

s'amoindrir:
- verkleinen; minimaliseren; kleiner maken; slinken; inkrimpen; kleiner worden

Frans

Uitgebreide vertaling voor s'amoindrir (Frans) in het Nederlands

s'amoindrir (rendre plus petit; réduire; décroître; diminuer; amoindrir)
verkleinen; minimaliseren; kleiner maken
- verkleinen werkwoord (verklein, verkleint, verkleinde, verkleinden, verkleind)
- minimaliseren werkwoord (minimaliseer, minimaliseert, minimaliseerde, minimaliseerden, geminimaliseerd)
- kleiner maken werkwoord
s'amoindrir (diminuer; réduire; rétrécir; régresser; descendre; baisser; décroître; amoindrir)
slinken; inkrimpen; kleiner worden
- slinken werkwoord (slink, slinkt, slonk, slonken, geslonken)
- inkrimpen werkwoord (krimp in, krimpt in, kromp in, krompen in, ingekrompen)
- kleiner worden werkwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kleiner maken		diminution; réduction; réduction de dépenses; économie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inkrimpen	amoindrir; baisser; descendre; diminuer; décroître; réduire; régresser; rétrécir; s'amoindrir	amenuiser; amoindrir; baisser; diminuer; décroître; défaillir; fondre; réduire; rétrécir; se contracter; se rétrécir
kleiner maken	amoindrir; diminuer; décroître; rendre plus petit; réduire; s'amoindrir	amoindrir; comprimer; diminuer; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire
kleiner worden	amoindrir; baisser; descendre; diminuer; décroître; réduire; régresser; rétrécir; s'amoindrir
minimaliseren	amoindrir; diminuer; décroître; rendre plus petit; réduire; s'amoindrir	diminuer; minimiser; raccourcir; réduire; écourter
slinken	amoindrir; baisser; descendre; diminuer; décroître; réduire; régresser; rétrécir; s'amoindrir	amenuiser; amoindrir; baisser; diminuer; décroître; défaillir; fondre; réduire; rétrécir; se contracter; se rabrougir; se racornir; se ratatiner; se recroqueviller; se rétrécir; se rétrécir en séchant
verkleinen	amoindrir; diminuer; décroître; rendre plus petit; réduire; s'amoindrir	amoindrir; comprimer; diminuer; décroître; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire; rétrécir; se contracter; se rétrécir; sous-échantillonner