Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. s'écailler:


Frans

Uitgebreide vertaling voor s'écailler (Frans) in het Nederlands

s'écailler:

s'écailler werkwoord

  1. s'écailler (effeuiller; écailler; se détacher; s'exfolier; épamprer)
    afbladderen
    • afbladderen werkwoord (bladder af, bladdert af, bladderde af, bladderden af, afgebladderd)
  2. s'écailler (peler; s'effriter; s'exfolier; se desquamer)
    schilferen; afschilferen
    • schilferen werkwoord (schilfer, schilfert, schilferde, schilferden, geschilferd)
    • afschilferen werkwoord (schilfer af, schilfert af, schilferde af, schilferden af, afgeschilferd)
  3. s'écailler (voler en éclats; éclater; s'envoler; )
    afvliegen; afspatten; afspringen
    • afvliegen werkwoord (vlieg af, vliegt af, vloog af, vlogen af, afgevlogen)
    • afspatten werkwoord
    • afspringen werkwoord (spring af, springt af, sprong af, sprongen af, afgesprongen)

Vertaal Matrix voor s'écailler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbladderen écaillage
afspringen saut à terre
afvliegen départ; envol
schilferen écaillement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbladderen effeuiller; s'exfolier; s'écailler; se détacher; écailler; épamprer
afschilferen peler; s'effriter; s'exfolier; s'écailler; se desquamer
afspatten s'envoler; s'écailler; s'élancer; se décoller; se détacher; voler en éclats; éclater
afspringen s'envoler; s'écailler; s'élancer; se décoller; se détacher; voler en éclats; éclater
afvliegen s'envoler; s'écailler; s'élancer; se décoller; se détacher; voler en éclats; éclater s'envoler
schilferen peler; s'effriter; s'exfolier; s'écailler; se desquamer