Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rouspétance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor rouspétance (Frans) in het Nederlands

rouspétance:

rouspétance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rouspétance (lamentation; lamentations; plainte; )
    het geklaag; het gejammer; het gelamenteer
  2. la rouspétance (grognements; plaintes; grondement; grognement; lamentations)
    het gebrom; het gemopper
    • gebrom [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gemopper [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la rouspétance (insultes; injures)
    het geschimp
    • geschimp [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rouspétance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebrom grognement; grognements; grondement; lamentations; plaintes; rouspétance bourdonnement; brouhaha; bruit; marmonnement; murmure; rumeur; vacarme; vrombissement
gejammer chant funèbre; grogne; grognement; grognements; grondement; gémissement; gémissements; lamentation; lamentations; plainte; plaintes; pleurs; rouspétance gémissement; jérémiades; lamentations; pleurs
geklaag chant funèbre; grogne; grognement; grognements; grondement; gémissement; gémissements; lamentation; lamentations; plainte; plaintes; pleurs; rouspétance doléances; lamentations; plainte; plaintes
gelamenteer chant funèbre; grogne; grognement; grognements; grondement; gémissement; gémissements; lamentation; lamentations; plainte; plaintes; pleurs; rouspétance
gemopper grognement; grognements; grondement; lamentations; plaintes; rouspétance
geschimp injures; insultes; rouspétance

Synoniemen voor "rouspétance":


Wiktionary: rouspétance

rouspétance
noun
  1. popu|fr Action de rouspéter.