Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal ronfler

Vertaal ronfler van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

ronfler:
- snorren; zagen; knorren; ronken; snurken
Wiktionary:
- ronfler → knorren, ronken, snorken, snurken
- ronfler → snurken

Frans

Uitgebreide vertaling voor ronfler (Frans) in het Nederlands

ronfler:

ronfler werkwoord (ronfle, ronfles, ronflons, ronflez, ronflent, ronflais, ronflait, ronflions, ronfliez, ronflaient, ronflai, ronflas, ronfla, ronflâmes, ronflâtes, ronflèrent, ronflerai, ronfleras, ronflera, ronflerons, ronflerez, ronfleront)

ronfler (ronronner)
snorren; zagen; knorren; ronken
- snorren werkwoord (snor, snort, snorde, snorden, gesnord)
- zagen werkwoord (zaag, zaagt, zaagde, zaagden, gezaagd)
- knorren werkwoord (knor, knort, knorde, knorden, geknord)
- ronken werkwoord (ronk, ronkt, ronkte, ronkten, geronkt)
ronfler
snurken
- snurken werkwoord (snurk, snurkt, snurkte, snurkten, gesnurkt)

Conjugations for ronfler:

Présent

ronfle
ronfles
ronfle
ronflons
ronflez
ronflent

imparfait

ronflais
ronflais
ronflait
ronflions
ronfliez
ronflaient

passé simple

ronflai
ronflas
ronfla
ronflâmes
ronflâtes
ronflèrent

futur simple

ronflerai
ronfleras
ronflera
ronflerons
ronflerez
ronfleront

subjonctif présent

que je ronfle
que tu ronfles
qu'il ronfle
que nous ronflions
que vous ronfliez
qu'ils ronflent

conditionnel présent

ronflerais
ronflerais
ronflerait
ronflerions
ronfleriez
ronfleraient

passé composé

ai ronflé
as ronflé
a ronflé
avons ronflé
avez ronflé
ont ronflé

divers

ronfle!
ronflez!
ronflons!
ronflé
ronflant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor ronfler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
snorren		barbes; moustaches
snurken		ronflement
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
knorren	ronfler; ronronner	grogner; grommeler; gronder; ronchonner; rouspéter
ronken	ronfler; ronronner
snorren	ronfler; ronronner
snurken	ronfler
zagen	ronfler; ronronner

Synoniemen voor "ronfler":

bourdonner; bruire; fredonner; froufrouter; murmurer; ronronner; vrombir; tourner rond; rabâcher

Wiktionary: ronfler

ronfler

verb

faire un certain bruit de la gorge et des narines respirer pendant le sommeil.
- ronfler → knorren; ronken; snorken; snurken

ronfler

verb

het maken van een aanhoudend geluid dat het midden houdt tussen zoemen en sputteren
- ronken → ronfler
bovengenoemd geluid produceren tijdens het slapen
- ronken → ronfler
ademen met een niet goed geopende luchtpijp, waardoor een rochelend geluid ontstaat
- snurken → ronfler

Cross Translation:

From	To	Via
• ronfler	→ snurken	↔ snore — breathe during sleep with harsh noises
• ronfler	→ snurken	↔ schnarchen — beim schlafen geräuschvoll atmen