Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rime:
  2. rimer:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor rime (Frans) in het Nederlands

rime:

rime [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rime
    de rijm
    • rijm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la rime
    het rijmwoord

Vertaal Matrix voor rime:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijm rime
rijmwoord rime

Synoniemen voor "rime":


Wiktionary: rime

rime
noun
  1. een vers waarvan een regel eindigt in een woord dat klankverwantschap vertoont met het einde van een andere regel

Cross Translation:
FromToVia
rime rijm Reim — lautliche Übereinstimmung oder Ähnlichkeit in gleicher Position bei sprachlichen Ausdrücken
rime rijmwoord rhyme — word that rhymes with another

rime vorm van rimer:

rimer werkwoord (rime, rimes, rimons, rimez, )

  1. rimer (mettre en vers)
    rijmen
    • rijmen werkwoord (rijm, rijmt, rijmde, rijmden, gerijmd)
  2. rimer (écrire des poèmes; faire des vers)
    dichten; gedichten schrijven
  3. rimer (composer des vers; faire des vers; écrire de la poésie; écrire des poésies)
    dichten; verzen maken
    • dichten werkwoord (dicht, dichtte, dichtten, gedicht)
    • verzen maken werkwoord (maak verzen, maakt verzen, maakte verzen, maakten verzen, verzen gemaakt)

Conjugations for rimer:

Présent
  1. rime
  2. rimes
  3. rime
  4. rimons
  5. rimez
  6. riment
imparfait
  1. rimais
  2. rimais
  3. rimait
  4. rimions
  5. rimiez
  6. rimaient
passé simple
  1. rimai
  2. rimas
  3. rima
  4. rimâmes
  5. rimâtes
  6. rimèrent
futur simple
  1. rimerai
  2. rimeras
  3. rimera
  4. rimerons
  5. rimerez
  6. rimeront
subjonctif présent
  1. que je rime
  2. que tu rimes
  3. qu'il rime
  4. que nous rimions
  5. que vous rimiez
  6. qu'ils riment
conditionnel présent
  1. rimerais
  2. rimerais
  3. rimerait
  4. rimerions
  5. rimeriez
  6. rimeraient
passé composé
  1. ai rimé
  2. as rimé
  3. a rimé
  4. avons rimé
  5. avez rimé
  6. ont rimé
divers
  1. rime!
  2. rimez!
  3. rimons!
  4. rimé
  5. rimant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor rimer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichten fait de faire des vers; poésie
verzen maken fait de faire des vers; poésie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichten composer des vers; faire des vers; rimer; écrire de la poésie; écrire des poèmes; écrire des poésies boucher; calfater; calfeutrer; colmater; combler des trous; isoler; obturer; rendre résistant au froid; taper
gedichten schrijven faire des vers; rimer; écrire des poèmes
rijmen mettre en vers; rimer
verzen maken composer des vers; faire des vers; rimer; écrire de la poésie; écrire des poésies

Synoniemen voor "rimer":


Verwante vertalingen van rime