Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal ridiculiser

Vertaal ridiculiser van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ridiculiser:

Frans

Uitgebreide vertaling voor ridiculiser (Frans) in het Nederlands

ridiculiser:

ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, )

  1. ridiculiser (se moquer de; railler; tourner en dérision; )
    belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren
    • belachelijk maken werkwoord (maak belachelijk, maakt belachelijk, maakte belachelijk, maakten belachelijk, belachelijk gemaakt)
    • bespotten werkwoord (bespot, bespotte, bespotten, bespot)
    • de spot drijven werkwoord (drijf de spot, drijft de spot, dreef de spot, dreven de spot, de spot gedreven)
    • ironiseren werkwoord (ironiseer, ironiseert, ironiseerde, ironiseerden, geïroniseerd)
  2. ridiculiser (se moquer de; se moquer; tourner en ridicule; )
    bespotten; spotten; de draak steken
    • bespotten werkwoord (bespot, bespotte, bespotten, bespot)
    • spotten werkwoord (spot, spotte, spotten, gespot)
    • de draak steken werkwoord (steek de draak, steekt de draak, stak de draak, staken de draak, de draak gestoken)
  3. ridiculiser (se moquer; se moquer de; insulter; )
    schamperen
    • schamperen werkwoord (schampeer, schampeert, schamperde, schamperden, geschamperd)
  4. ridiculiser (insulter; outrager; railler; )
    smaden; smalen
    • smaden werkwoord (smaad, smaadt, smaadde, smaadden, gesmaad)
    • smalen werkwoord (smaal, smaalt, smaalde, smaalden, gesmaald)

Conjugations for ridiculiser:

Présent
  1. ridiculise
  2. ridiculises
  3. ridiculise
  4. ridiculisons
  5. ridiculisez
  6. ridiculisent
imparfait
  1. ridiculisais
  2. ridiculisais
  3. ridiculisait
  4. ridiculisions
  5. ridiculisiez
  6. ridiculisaient
passé simple
  1. ridiculisai
  2. ridiculisas
  3. ridiculisa
  4. ridiculisâmes
  5. ridiculisâtes
  6. ridiculisèrent
futur simple
  1. ridiculiserai
  2. ridiculiseras
  3. ridiculisera
  4. ridiculiserons
  5. ridiculiserez
  6. ridiculiseront
subjonctif présent
  1. que je ridiculise
  2. que tu ridiculises
  3. qu'il ridiculise
  4. que nous ridiculisions
  5. que vous ridiculisiez
  6. qu'ils ridiculisent
conditionnel présent
  1. ridiculiserais
  2. ridiculiserais
  3. ridiculiserait
  4. ridiculiserions
  5. ridiculiseriez
  6. ridiculiseraient
passé composé
  1. ai ridiculisé
  2. as ridiculisé
  3. a ridiculisé
  4. avons ridiculisé
  5. avez ridiculisé
  6. ont ridiculisé
divers
  1. ridiculise!
  2. ridiculisez!
  3. ridiculisons!
  5. ridiculisé
  6. ridiculisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor ridiculiser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespotten dérision; moquerie; raillerie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belachelijk maken ironiser; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision; tourner en ridicule
bespotten ironiser; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision; tourner en ridicule injurier; invectiver
de draak steken railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer; se moquer de; tourner en dérision; tourner en ridicule
de spot drijven ironiser; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision; tourner en ridicule
ironiseren ironiser; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision; tourner en ridicule
schamperen insulter; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision; tourner en ridicule
smaden insulter; outrager; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision blesser; calomnier; diffamer; froisser; insulter; maudire; offenser; porter préjudice à
smalen insulter; outrager; railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer de; tourner au ridicule; tourner en dérision
spotten railler; rendre ridicule; ridiculiser; se moquer; se moquer de; tourner en dérision; tourner en ridicule

Synoniemen voor "ridiculiser":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0336 seconde
Page rendered in 1.0 seconds