Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal retaper

Vertaal retaper van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. retaper:

Frans

Uitgebreide vertaling voor retaper (Frans) in het Nederlands

retaper:

retaper werkwoord (retape, retapes, retapons, retapez, )

  1. retaper (remettre en bon état; restaurer; rénover; )
    opknappen; renoveren; in goede staat brengen
  2. retaper (rénover; réhabiliter)
    renoveren; opknappen
    • renoveren werkwoord (renoveer, renoveert, renoveerde, renoveerden, gerenoveerd)
    • opknappen werkwoord (knap op, knapt op, knapte op, knapten op, opgeknapt)
  3. retaper (retoucher; parachever)
    retoucheren; bijwerken
    • retoucheren werkwoord (retoucheer, retoucheert, retoucheerde, retoucheerden, geretoucheerd)
    • bijwerken werkwoord (werk bij, werkt bij, werkte bij, werkten bij, bijgewerkt)
  4. retaper (être promu; promouvoir; monter en grade; )
    hogerop komen; bevorderd worden; zich opwerken
    • hogerop komen werkwoord (kom hogerop, komt hogerop, kwam hogerop, kwamen hogerop, hogerop gekomen)
    • bevorderd worden werkwoord (word bevorderd, wordt bevorderd, werd bevorderd, werden bevorderd, bevorderd geworden)
    • zich opwerken werkwoord

Conjugations for retaper:

Présent
  1. retape
  2. retapes
  3. retape
  4. retapons
  5. retapez
  6. retapent
imparfait
  1. retapais
  2. retapais
  3. retapait
  4. retapions
  5. retapiez
  6. retapaient
passé simple
  1. retapai
  2. retapas
  3. retapa
  4. retapâmes
  5. retapâtes
  6. retapèrent
futur simple
  1. retaperai
  2. retaperas
  3. retapera
  4. retaperons
  5. retaperez
  6. retaperont
subjonctif présent
  1. que je retape
  2. que tu retapes
  3. qu'il retape
  4. que nous retapions
  5. que vous retapiez
  6. qu'ils retapent
conditionnel présent
  1. retaperais
  2. retaperais
  3. retaperait
  4. retaperions
  5. retaperiez
  6. retaperaient
passé composé
  1. ai retapé
  2. as retapé
  3. a retapé
  4. avons retapé
  5. avez retapé
  6. ont retapé
divers
  1. retape!
  2. retapez!
  3. retapons!
  5. retapé
  6. retapant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor retaper:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevorderd worden avancer; monter; monter en grade; parachever; promouvoir; retaper; retoucher; travailler à côté; être promu
bijwerken parachever; retaper; retoucher actualiser; aller mieux; améliorer; mettre à jour; perfectionner; renouer; renouveler; revitaliser; régénérer; rénover
hogerop komen avancer; monter; monter en grade; parachever; promouvoir; retaper; retoucher; travailler à côté; être promu
in goede staat brengen arranger; enjoliver; rafraîchir; rajuster; remettre en bon état; remettre à neuf; renouveler; restaurer; retaper; revitaliser; régénérer; rénover
opknappen arranger; enjoliver; rafraîchir; rajuster; remettre en bon état; remettre à neuf; renouveler; restaurer; retaper; revitaliser; régénérer; réhabiliter; rénover arranger; ragaillardir; rehausser; relever; remonter; remonter le moral à; réconforter; réparer; se rafraîchir; se remettre; se requinquer; se retaper; soulever
renoveren arranger; enjoliver; rafraîchir; rajuster; remettre en bon état; remettre à neuf; renouveler; restaurer; retaper; revitaliser; régénérer; réhabiliter; rénover aller mieux; améliorer; changer; perfectionner; remettre en état; renouer; renouveler; revitaliser; régénérer; rénover; se substituer à
retoucheren parachever; retaper; retoucher
zich opwerken avancer; monter; monter en grade; parachever; promouvoir; retaper; retoucher; travailler à côté; être promu

Synoniemen voor "retaper":


Verwante vertalingen van retaper







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0486 seconde
Page rendered in 1.0 seconds