Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal restituer

Vertaal restituer van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. restituer:

Frans

Uitgebreide vertaling voor restituer (Frans) in het Nederlands

restituer:

restituer werkwoord (restitue, restitues, restituons, restituez, )

  1. restituer (indemniser; rembourser; dédommager; racheter; acheter)
    terugbetalen; vergoeden; schadeloosstellen; afkopen
    • terugbetalen werkwoord (betaal terug, betaalt terug, betaalde terug, betaalden terug, terugbetaald)
    • vergoeden werkwoord (vergoed, vergoedt, vergoedde, vergoedden, vergoed)
    • schadeloosstellen werkwoord (stel schadeloos, stelt schadeloos, stelde schadeloos, stelden schadeloos, schadeloosgesteld)
    • afkopen werkwoord (koop af, koopt af, kocht af, kochten af, afgekocht)
  2. restituer (renvoyer; rendre; retourner; )
    retourneren; teruggeven; terugzenden; terugbrengen
    • retourneren werkwoord (retourneer, retourneert, retourneerde, retourneerden, geretourneerd)
    • teruggeven werkwoord (geef terug, geeft terug, gaf terug, gaven terug, teruggegeven)
    • terugzenden werkwoord (zend terug, zendt terug, zond terug, zonden terug, teruggezonden)
    • terugbrengen werkwoord (breng terug, brengt terug, bracht terug, brachten terug, teruggebracht)
  3. restituer (traduire; interpréter; rendre; )
    translateren; overbrengen; vertalen; vertolken
    • translateren werkwoord
    • overbrengen werkwoord (breng over, brengt over, bracht over, brachten over, overgebracht)
    • vertalen werkwoord (vertaal, vertaalt, vertaalde, vertaalden, vertaald)
    • vertolken werkwoord (vertolk, vertolkt, vertolkte, vertolkten, vertolkt)
  4. restituer (rembourser; retourner; remettre; renvoyer)
    restitueren
    • restitueren werkwoord (restitueer, restitueert, restitueerde, restitueerden, gerestitueerd)
  5. restituer (afficher)
    weergeven
    • weergeven werkwoord (geef weer, geeft weer, gaf weer, gaven weer, weergegeven)

Conjugations for restituer:

Présent
  1. restitue
  2. restitues
  3. restitue
  4. restituons
  5. restituez
  6. restituent
imparfait
  1. restituais
  2. restituais
  3. restituait
  4. restituions
  5. restituiez
  6. restituaient
passé simple
  1. restituai
  2. restituas
  3. restitua
  4. restituâmes
  5. restituâtes
  6. restituèrent
futur simple
  1. restituerai
  2. restitueras
  3. restituera
  4. restituerons
  5. restituerez
  6. restitueront
subjonctif présent
  1. que je restitue
  2. que tu restitues
  3. qu'il restitue
  4. que nous restituions
  5. que vous restituiez
  6. qu'ils restituent
conditionnel présent
  1. restituerais
  2. restituerais
  3. restituerait
  4. restituerions
  5. restitueriez
  6. restitueraient
passé composé
  1. ai restitué
  2. as restitué
  3. a restitué
  4. avons restitué
  5. avez restitué
  6. ont restitué
divers
  1. restitue!
  2. restituez!
  3. restituons!
  5. restitué
  6. restituant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor restituer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkopen rachat
overbrengen dénonciation; rapportage
restitueren compensation
vergoeden compensation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkopen acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer dédommager
overbrengen exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire communiquer; transférer
restitueren rembourser; remettre; renvoyer; restituer; retourner
retourneren annuler; ramener; remettre; rendre; renvoyer; restituer; retourner faire demi-tour; rentrer; retourner; revenir; se retourner
schadeloosstellen acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer dédommager
terugbetalen acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer
terugbrengen annuler; ramener; remettre; rendre; renvoyer; restituer; retourner
teruggeven annuler; ramener; remettre; rendre; renvoyer; restituer; retourner
terugzenden annuler; ramener; remettre; rendre; renvoyer; restituer; retourner
translateren exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire interpréter; traduire
vergoeden acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer compenser; corriger; couvrir
vertalen exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire faire une traduction; interpréter; traduire
vertolken exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire avancer; communiquer; dire; donner tournure à; exprimer; faire un discours; faire une traduction; formuler; imiter; interpréter; manifester; parler; personnifier; proférer; prononcer; raconter; représenter; s'exprimer; se manifester; se traduire; traduire
weergeven afficher; restituer afficher; exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; traduire

Synoniemen voor "restituer":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0728 seconde
Page rendered in 1.0 seconds