Reflet in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

reflet:
- schittering; schijn; flakkering; geflikker; flikkering; spiegelbeeld; afspiegeling; weerspiegelen; weerschijnen; afstralen
Wiktionary:
- reflet → afspiegeling, weerglans, weerschijn, weerkaatsing

Frans

Uitgebreide vertaling voor reflet (Frans) in het Nederlands

le reflet (étincellement; flash; éclat; éclair; scintillement; lueur scintillante; lueur; signal lumineux)
de schittering; de schijn; de flakkering; het geflikker; de flikkering
- schittering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- flakkering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geflikker [het ~] zelfstandig naamwoord
- flikkering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le reflet (image renversée; miroitement; image réfléchie; réflexion; image réfléchit; reflets; réverbération)
het spiegelbeeld
- spiegelbeeld [het ~] zelfstandig naamwoord
le reflet (réflexion)
de afspiegeling
- afspiegeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le reflet
weerspiegelen; weerschijnen
- weerspiegelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- weerschijnen [znw.] zelfstandig naamwoord
le reflet (rayonnement)
afstralen
- afstralen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afspiegeling	reflet; réflexion
afstralen	rayonnement; reflet
flakkering	flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
flikkering	flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
geflikker	flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
schijn	flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement	apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; illusion; leurre; lueur; lustre; manteau; mascarade; masque; pignon; semblant; travestissement; trompe-l'oeil
schittering	flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement	gloire; honneur; scintillement; splendeur; étincellement
spiegelbeeld	image renversée; image réfléchie; image réfléchit; miroitement; reflet; reflets; réflexion; réverbération
weerschijnen	reflet
weerspiegelen	reflet
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weerschijnen		refléter la lumière
weerspiegelen		miroiter; refléter; renvoyer; réfléchir; se réverbérer

reflet

noun

Traductions à trier suivant le sens
- reflet → afspiegeling; weerglans; weerschijn

reflet

noun

datgene wat weerkaatst wordt (licht, beeld, warmte of geluid)
- weerkaatsing → reflet; réverbération