Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- reçus:
- recevoir:
-
Wiktionary:
- recevoir → genieten, krijgen, ontvangen, toucheren, accepteren, aannemen
- recevoir → ontvangen, verkrijgen, krijgen, modereren, onderbrengen, horen, pakken, bekomen
Frans
Uitgebreide vertaling voor reçus (Frans) in het Nederlands
reçus:
-
le reçus (factures; quittances; récépissés)
-
le reçus (quittances; factures; récépissés)
de kwitanties
Vertaal Matrix voor reçus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bonnen | factures; quittances; reçus; récépissés | amendes; contraventions |
kassabonnen | factures; quittances; reçus; récépissés | |
kwitanties | factures; quittances; reçus; récépissés |
reçus vorm van recevoir:
recevoir werkwoord (reçois, reçoit, recevons, recevez, reçoivent, recevais, recevait, recevions, receviez, recevaient, reçus, reçut, reçûmes, reçûtes, reçurent, recevrai, recevras, recevra, recevrons, recevrez, recevront)
-
recevoir (prendre livraison de)
ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen; opstrijken-
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
recevoir (accueillir; prendre; accepter; engager; ramasser; assumer; entamer)
ontvangen; accepteren; aannemen; aanvaarden; in ontvangst nemen-
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
recevoir (s'emparer de; obtenir; prendre; prendre possession de quelque chose; gagner; remporter; usurper; capturer; se saisir de; se rendre maître de; s'approprier; faire l'apprentissage de)
verkrijgen; verwerven; iets bemachtigen; kopen; eigen maken-
iets bemachtigen werkwoord
-
eigen maken werkwoord
-
recevoir (s'emparer de; obtenir; acquérir; gagner; remporter; prendre; saisir; réaliser; usurper; capturer; se saisir de; se rendre maître de)
verkrijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen-
te pakken krijgen werkwoord (krijg te pakken, krijgt te pakken, kreeg te pakken, kregen te pakken, te pakken gekregen)
-
iets bemachtigen werkwoord
-
recevoir (accueillir; régaler de)
-
recevoir (obtenir; acquérir; toucher; percevoir)
Conjugations for recevoir:
Présent
- reçois
- reçois
- reçoit
- recevons
- recevez
- reçoivent
imparfait
- recevais
- recevais
- recevait
- recevions
- receviez
- recevaient
passé simple
- reçus
- reçus
- reçut
- reçûmes
- reçûtes
- reçurent
futur simple
- recevrai
- recevras
- recevra
- recevrons
- recevrez
- recevront
subjonctif présent
- que je reçoive
- que tu reçoives
- qu'il reçoive
- que nous recevions
- que vous receviez
- qu'ils reçoivent
conditionnel présent
- recevrais
- recevrais
- recevrait
- recevrions
- recevriez
- recevraient
passé composé
- ai reçu
- as reçu
- a reçu
- avons reçu
- avez reçu
- ont reçu
divers
- reçois!
- recevez!
- recevons!
- reçu
- recevant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor recevoir:
Synoniemen voor "recevoir":
Wiktionary: recevoir
recevoir
Cross Translation:
verb
recevoir
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• recevoir | → ontvangen | ↔ copy — radio term |
• recevoir | → ontvangen | ↔ entertain — to have over at one's home |
• recevoir | → verkrijgen; krijgen | ↔ get — receive |
• recevoir | → modereren; ontvangen; onderbrengen | ↔ host — perform the role of a host |
• recevoir | → ontvangen; horen | ↔ read — be able to hear (in a radio communication) |
• recevoir | → krijgen; ontvangen | ↔ receive — get |
• recevoir | → ontvangen | ↔ receive — take possession of |
• recevoir | → krijgen; pakken; bekomen | ↔ bekommen — (transitiv) etwas empfangen, etwas erhalten, etwas erlangen, etwas (oder einen Zustand) erreichen |
• recevoir | → ontvangen | ↔ erhalten — (transitiv) etwas bekommen |
Computer vertaling door derden: