Frans

Uitgebreide vertaling voor rangement (Frans) in het Nederlands

rangement:

rangement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rangement (mise en ordre; arrangement; classement; ordre; hiérarchie)
    het arrangement; de indeling; de opstelling; de schikking; de ordening; de rangschikking
  2. le rangement (mise en ordre; classement)
    ordenen; schikken
    • ordenen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schikken [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. le rangement (nettoyage; ménage)
    de schoonmaak; reinigen; het schoonmaken; de reiniging; de zuivering; kuising; de opruiming
  4. le rangement (classification; classement hiërarchique; arrangement)
    rangschikken; de rangschikking

Vertaal Matrix voor rangement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrangement arrangement; classement; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement accord; arrangement; harmonisation; instrumentation; mise en ordre; orchestration; règlement; réglementation
indeling arrangement; classement; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement disposition; structure
kuising ménage; nettoyage; rangement nettoyage; purification; épuration
opruiming ménage; nettoyage; rangement braderie; liquidation; liquidation totale; soldes; soldes de fins de séries; soldes de liquidation
opstelling arrangement; classement; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement
ordenen classement; mise en ordre; rangement
ordening arrangement; classement; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement arrangement; classement; composition; construction; mise en ordre; ordre
rangschikken arrangement; classement hiërarchique; classification; rangement
rangschikking arrangement; classement; classement hiërarchique; classification; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement
reinigen ménage; nettoyage; rangement lavage; nettoyage; purification; épuration
reiniging ménage; nettoyage; rangement nettoyage; purification; épuration
schikken classement; mise en ordre; rangement
schikking arrangement; classement; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement accommodement; accord; arrangement; arrêt du conseil municipal; arrêté; consentement; convention; dispositions; décision; décret; détermination; mesure; résolution
schoonmaak ménage; nettoyage; rangement nettoyage; purification; épuration
schoonmaken ménage; nettoyage; rangement nettoyage; purification; épuration
zuivering ménage; nettoyage; rangement assainissement; nettoyage; purification; épuration
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordenen arranger; cataloguer; catégoriser; classer; classifier; coupler; enchaîner; faire un catalogue; ficher; grouper; ordonner; passer les vitesses; repartir; systématiser; sélectionner; séparer; trier
rangschikken agencer; arranger; catégoriser; classer; classer par ordre de priorité; classifier; ranger; sérier
reinigen laver; nettoyer; nettoyer à fond; purger; purifier; récurer; éponger; épurer
schikken arranger; arriver à propos; concilier; convenir; faire la paix; régler à l'amiable; se réconcilier; tomber à propos
schoonmaken laver; nettoyer; nettoyer à fond; purger; purifier; récurer; éponger; épurer

Synoniemen voor "rangement":


Computer vertaling door derden: