Rabais in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

rabais:
- korting; reductie; prijsverlaging; afslag; rabat; deductie; vermindering; aftrekking; aftrek
Wiktionary:
- rabais → afslag, korting, rabat
- rabais → korting, rabat

Frans

Uitgebreide vertaling voor rabais (Frans) in het Nederlands

le rabais (réduction; remise)
de korting; de reductie; de prijsverlaging
- korting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- reductie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- prijsverlaging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le rabais
de afslag
- afslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le rabais
het rabat
- rabat [het ~] zelfstandig naamwoord
le rabais (déduction; remise; réduction; décompte)
de deductie; de vermindering; de aftrekking; de aftrek
- deductie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vermindering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aftrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aftrek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afslag	rabais
aftrek	décompte; déduction; rabais; remise; réduction
aftrekking	décompte; déduction; rabais; remise; réduction	déduction; soustraction
deductie	décompte; déduction; rabais; remise; réduction
korting	rabais; remise; réduction	diminution; raccourcissement; remise
prijsverlaging	rabais; remise; réduction	baisse des prix; diminution; déduction; réduction; réduction de prix; réduction des prix
rabat	rabais
reductie	rabais; remise; réduction	diminution; raccourcissement; réduction
vermindering	décompte; déduction; rabais; remise; réduction	baisse; diminuation; diminution; diminution d'inventaire; recul; relâchement

rabais

noun

rabais

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• rabais	→ korting	↔ discount — reduction in price
• rabais	→ korting; rabat	↔ Rabatt — (prozentualer) Preisnachlass