Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal récolte

Vertaal récolte van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. récolte:
  2. récolter:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor récolte (Frans) in het Nederlands

récolte:

récolte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la récolte (vendange)
    de oogst; de pluk; de wijnoogst
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la récolte (vendange; cueillette; moisson; récolte du vin)
    de oogst; de wijnoogst; de druivenoogst; de pluk
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • druivenoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la récolte (vendange; cueillette)
    de oogst; opbrengst van gewas; de pluk; de wijnoogst
  4. la récolte (vendange; production; moisson)
    de oogst; opbrengst van een gewas
  5. la récolte
    de oogst
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor récolte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
druivenoogst cueillette; moisson; récolte; récolte du vin; vendange
oogst cueillette; moisson; production; récolte; récolte du vin; vendange avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement
opbrengst van een gewas moisson; production; récolte; vendange
opbrengst van gewas cueillette; récolte; vendange
pluk cueillette; moisson; récolte; récolte du vin; vendange
wijnoogst cueillette; moisson; récolte; récolte du vin; vendange

Synoniemen voor "récolte":


Wiktionary: récolte

récolte
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens
récolte
noun
  1. het van het land halen van het rijpe gewas
Cross Translation:
FromToVia
• récolte → oogst; opbrengst ↔ crop — natural production for a specific year
• récolte → oogst ↔ harvest — process of harvesting, gathering the ripened crop
• récolte → oogst ↔ harvest — yield of harvesting
• récolte → wijnoogst; cru ↔ vintage — year or place something is produced

récolter:

récolter werkwoord (récolte, récoltes, récoltons, récoltez, )

  1. récolter (moissonner; faire la récolte; faire la cueillette)
    oogsten; plukken; binnen halen
    • oogsten werkwoord (oogst, oogstte, oogstten, geoogst)
    • plukken werkwoord (pluk, plukt, plukte, plukten, geplukt)
    • binnen halen werkwoord
  2. récolter (recueillir; moissonner)
    verzamelen; oogsten; plukken
    • verzamelen werkwoord (verzamel, verzamelt, verzamelde, verzamelden, verzameld)
    • oogsten werkwoord (oogst, oogstte, oogstten, geoogst)
    • plukken werkwoord (pluk, plukt, plukte, plukten, geplukt)
  3. récolter (introduire; moissonner; faire la cueillette; faire la récolte)
    binnenleiden; binnen brengen

Conjugations for récolter:

Présent
  1. récolte
  2. récoltes
  3. récolte
  4. récoltons
  5. récoltez
  6. récoltent
imparfait
  1. récoltais
  2. récoltais
  3. récoltait
  4. récoltions
  5. récoltiez
  6. récoltaient
passé simple
  1. récoltai
  2. récoltas
  3. récolta
  4. récoltâmes
  5. récoltâtes
  6. récoltèrent
futur simple
  1. récolterai
  2. récolteras
  3. récoltera
  4. récolterons
  5. récolterez
  6. récolteront
subjonctif présent
  1. que je récolte
  2. que tu récoltes
  3. qu'il récolte
  4. que nous récoltions
  5. que vous récoltiez
  6. qu'ils récoltent
conditionnel présent
  1. récolterais
  2. récolterais
  3. récolterait
  4. récolterions
  5. récolteriez
  6. récolteraient
passé composé
  1. ai récolté
  2. as récolté
  3. a récolté
  4. avons récolté
  5. avez récolté
  6. ont récolté
divers
  1. récolte!
  2. récoltez!
  3. récoltons!
  5. récolté
  6. récoltant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor récolter:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnen brengen faire la cueillette; faire la récolte; introduire; moissonner; récolter
binnen halen faire la cueillette; faire la récolte; moissonner; récolter appeler; faire entrer; introduire
binnenleiden faire la cueillette; faire la récolte; introduire; moissonner; récolter faire entrer; introduire; piloter
oogsten faire la cueillette; faire la récolte; moissonner; recueillir; récolter
plukken faire la cueillette; faire la récolte; moissonner; recueillir; récolter arracher; cueillir; détacher; enlever; égrapper
verzamelen moissonner; recueillir; récolter amasser; assembler; assortir; collectionner; conserver; cueillir; faire des économies; grouper; ramasser; rassembler; recueillir; réunir; se rassembler; se réunir; économiser; épargner

Synoniemen voor "récolter":


Wiktionary: récolter

récolter
verb
  1. Faire une récolte.
récolter
verb
  1. het volgroeide gewas van het veld halen
Cross Translation:
FromToVia
• récolter → oogsten; binnenhalen ↔ harvest — to bring in a harvest; reap

Verwante vertalingen van récolte







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0790 seconde
Page rendered in 1.0 seconds