Profession in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

profession:
- beroep; professie; ambt; werk; vak; ambacht; stiel; métier; metier; bezigheid; branche; beroepsgroep
Wiktionary:
- profession → beroep, bedrijf, broodwinning, professie, vak, werk
- profession → beroep

Frans

Uitgebreide vertaling voor profession (Frans) in het Nederlands

la profession (emploi; fonction)
het beroep; de professie; het ambt
- beroep [het ~] zelfstandig naamwoord
- professie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ambt [het ~] zelfstandig naamwoord
la profession (métier; emploi; fonction; activité; occupation)
het beroep; het werk; het vak
- beroep [het ~] zelfstandig naamwoord
- werk [het ~] zelfstandig naamwoord
- vak [het ~] zelfstandig naamwoord
la profession (métier; artisanat)
het ambacht; de stiel; métier; het vak
- ambacht [het ~] zelfstandig naamwoord
- stiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- métier [znw.] zelfstandig naamwoord
- vak [het ~] zelfstandig naamwoord
la profession (métier; activités)
het metier
- metier [het ~] zelfstandig naamwoord
la profession (occupation; activité; occupations; métier; affaires; activités; emploi; affaire; commerce; fonction)
de bezigheid
- bezigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la profession (genre d'affaires; artisanat)
de branche; de beroepsgroep
- branche [de ~] zelfstandig naamwoord
- beroepsgroep [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambacht	artisanat; métier; profession	boulot; emploi; fonction; job; labeur; travail
ambt	emploi; fonction; profession	fonction; office; position; poste
beroep	activité; emploi; fonction; métier; occupation; profession
beroepsgroep	artisanat; genre d'affaires; profession
bezigheid	activité; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession	activité; affairement; boulot; emploi; fonction; hobby; job; labeur; passe-temps; travail
branche	artisanat; genre d'affaires; profession	branche; branche conditionnelle; branche d'activités; secteur; élément de branche
metier	activités; métier; profession
métier	artisanat; métier; profession
professie	emploi; fonction; profession
stiel	artisanat; métier; profession
vak	activité; artisanat; emploi; fonction; métier; occupation; profession	boulot; congélateur; emploi; fonction; job; labeur; travail
werk	activité; emploi; fonction; métier; occupation; profession	boulot; chef-d'oeuvre; création; emploi; fonction; job; labeur; lieu de travail; objet d'art; occupation; oeuvre; oeuvre d'art; oeuvres complètes; office; ouvrage; position; poste; produit; travail; travail salarié

profession

noun

profession

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• profession	→ beroep	↔ profession — occupation