Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. privation:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor privation (Frans) in het Nederlands

privation:

privation [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la privation
    de ontbering; de nooddruft
  2. la privation
    misdeeldheid
  3. la privation (interdiction; refus)
    ontzeggen
  4. la privation (dénuement; refus; interdiction; inhibition; frustration)
    de ontzegging

Vertaal Matrix voor privation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misdeeldheid privation
nooddruft privation
ontbering privation
ontzeggen interdiction; privation; refus
ontzegging dénuement; frustration; inhibition; interdiction; privation; refus

Synoniemen voor "privation":


Wiktionary: privation

privation
noun
  1. perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.

Cross Translation:
FromToVia
privation sterfgeval; beroving; verlies bereavement — The state of being bereaved; deprivation; especially the loss of a relative by death