Principal in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

principal:
- voornaamste; hoofd; voornaamst; hoogste; opperste
- hoofdzaak; belangrijkste; voornaamste; baas; superieur; meester; meerdere; patroon; hoofdsom; belangrijkste geldbedrag; beveiligingsprincipal; principal
Wiktionary:
- principal → voornaamste
- principal → voornaamste, hoodfzaak, directeur, rector
- principal → voornaamste, hoofdzakelijke, hoofdzakelijk, belangrijkste, belangrijkst, primair, eerste, schoolhoofd, rector

Frans

Uitgebreide vertaling voor principal (Frans) in het Nederlands

principal:

principal bijvoeglijk naamwoord

principal
voornaamste; hoofd
- voornaamste bijvoeglijk naamwoord
- hoofd bijvoeglijk naamwoord
principal (la plus haute; le plus haut; au plus haut point; au plus haut degré; ultra; extrême)
voornaamst; hoogste; opperste
- voornaamst bijvoeglijk naamwoord
- hoogste bijvoeglijk naamwoord
- opperste bijvoeglijk naamwoord

principal [le ~] zelfstandig naamwoord

le principal
de hoofdzaak; belangrijkste; voornaamste
- hoofdzaak [de ~] zelfstandig naamwoord
- belangrijkste [znw.] zelfstandig naamwoord
- voornaamste [znw.] zelfstandig naamwoord
le principal (chef; maître; supérieur; patron; parrain; directeur; tête; mentor)
de baas; de superieur; de meester; de meerdere; de patroon
- baas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- superieur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- meerdere [de ~] zelfstandig naamwoord
- patroon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le principal (capital; fonds)
de hoofdsom; belangrijkste geldbedrag
- hoofdsom [de ~] zelfstandig naamwoord
- belangrijkste geldbedrag [znw.] zelfstandig naamwoord
le principal (principal de sécurité)
beveiligingsprincipal; principal
- beveiligingsprincipal
- principal

Vertaal Matrix voor principal:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baas	chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête	chef; chef d'équipe; commandant; contremaître; directeur; parrain; patron; seigneur; souverain; supérieur; tête
belangrijkste	principal
belangrijkste geldbedrag	capital; fonds; principal
hoofd		capitaine; chef; chef d'équipe; chef de tribu; chevet; commandant; commencement; contremaître; directeur; directeur d'école; début; en-tête; exorde; grand chef; introduction; meneur; parrain; patron; président; responsable; supérieur; titre; tête; tête humaine
hoofdsom	capital; fonds; principal
hoofdzaak	principal
hoogste		le plus haut; plus haut degré
meerdere	chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête	supérieur
meester	chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête	champion; commandant; conducteur de train; doyen; enseignant; enseignante; instituteur; juriste; licencié en droit; maestro; maître; maître d'école; maître juré; maîtresse; mécanicien de train; professeur; seigneur; souverain; éducateur; éducatrice
patroon	chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête	cartouche de balles; dessin; modèle; motif; patron; titualaire
superieur	chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête	supérieur
voornaamste	principal
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
superieur		incomparable; suprême; supérieur
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beveiligingsprincipal	principal; principal de sécurité
patroon		motif
principal	principal; principal de sécurité
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belangrijkste		plus important
hoofd	principal
hoogste	au plus haut degré; au plus haut point; extrême; la plus haute; le plus haut; principal; ultra
meerdere		plusieurs
opperste	au plus haut degré; au plus haut point; extrême; la plus haute; le plus haut; principal; ultra	la fine fleur; le plus haut; le plus élevé; premier; suprême; supérieur
voornaamst	au plus haut degré; au plus haut point; extrême; la plus haute; le plus haut; principal; ultra	cardinal; central; critique; crucial; décisif; essentiel; fondamental; vital
voornaamste	principal

Synoniemen voor "principal":

directeur; administrateur; proviseur; responsable; fondamental; essentiel; constitutif; vital; radical; foncier; important; grave; considérable; sérieux; notable; capital; grand; utile; crucial; majeur; dominant; nodal; prédominant; prépondérant; prééminent; supérieur; excellent; premier; initial; originel; liminaire; meilleur; aîné; ancêtre; pionnier; major; primordial; nécessaire; obligatoire; indispensable

Wiktionary: principal

principal

adjective

Qui est le premier, le plus considérable, le plus remarquable en son genre.
- principal → voornaamste

noun

Personne considérée comme principale, considérable, rmarquable.
- principal → voornaamste
Fond d'une affaire (3)
- principal → hoodfzaak
Directeur d'un collège (5)
- principal → directeur; rector

Cross Translation:

From	To	Via
• principal	→ voornaamste; hoofdzakelijke; hoofdzakelijk; belangrijkste; belangrijkst	↔ main — principal
• principal	→ primair; eerste; voornaamste	↔ prime — first in importance, degree, or rank
• principal	→ voornaamste	↔ principal — primary, main
• principal	→ schoolhoofd; rector	↔ principal — The principal administrator of a school

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van principal

Remove Ads

Vertaal principal van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor principal (Frans) in het Nederlands

principal:

principal bijvoeglijk naamwoord

principal

principal (la plus haute; le plus haut; au plus haut point; au plus haut degré; ultra; extrême)

principal [le ~] zelfstandig naamwoord

le principal

le principal (chef; maître; supérieur; patron; parrain; directeur; tête; mentor)

le principal (capital; fonds)

le principal (principal de sécurité)

Vertaal Matrix voor principal:

Synoniemen voor "principal":

Wiktionary: principal

Verwante vertalingen van principal