Frans
Uitgebreide vertaling voor prince (Frans) in het Nederlands
prince:
-
le prince (prétendant au trône; prince héritier; héritier du trône; souverain; monarque; princesse héritière; candidat; aspirant; postulant)
de prins; succeseur; de kroonprins; de kroonprinses; pretendente; de troonopvolger; de infante; de pretendent; de troonpretendent