Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal prime

Vertaal prime van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. prime:
  2. primer:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor prime (Frans) in het Nederlands

prime:

prime [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la prime (bonification; supplément; boni; )
    het tantième; de toeslag; de premie; de bonus; het extraatje
    • tantième [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toeslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • premie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bonus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • extraatje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la prime (hommage; honneurs)
    de prijs; het eerbewijs
    • prijs [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eerbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la prime (récompense; rémunération; salaire; )
    de vergoeding; de beloning; het loon
    • vergoeding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beloning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • loon [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la prime (extra récompense)
    extra beloning; de premie
  5. la prime (surplus; supplément; bonus)
    het surplus; het teveel; het overschot; het agio; de rest; het exces
    • surplus [het ~] zelfstandig naamwoord
    • teveel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • overschot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • agio [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rest [de ~] zelfstandig naamwoord
    • exces [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. la prime (salaire; rémunération; honoraire; )
    het honorarium; het salaris; het loon; de bezoldiging; de verdienste; de gage; het arbeidsloon; het traktement; de soldij; de wedde
    • honorarium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • salaris [het ~] zelfstandig naamwoord
    • loon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bezoldiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verdienste [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gage [de ~] zelfstandig naamwoord
    • arbeidsloon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • traktement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • soldij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • wedde [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. la prime (prime d'assurance; supplément)
    de verzekeringspremie; de premie
  8. la prime (gratification)
    de gratificatie
  9. la prime (bis; supplément; extra)
    de toegift
    • toegift [de ~] zelfstandig naamwoord
  10. la prime (part des bénéfices)
    het tantième; winstdeel
  11. la prime (distribution de bénéfice; indemnité; répartition des bénéfices; )
    de winstuitkering; het tantième; de winstdeling; het winstaandeel

Vertaal Matrix voor prime:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agio bonus; prime; supplément; surplus
arbeidsloon appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement frais de fabrication; salaire
beloning appointements; cachet; droit de l'inventeur; gages; honoraire; honoraires; prime; récompense; rémunération; rétribution; salaire; traitement droit de l'inventeur
bezoldiging appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; gages; paye; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
bonus boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; paiement de bénéfice; part de bénéfice; prime; prime-aide; subvention; supplément; tantième
eerbewijs hommage; honneurs; prime
exces bonus; prime; supplément; surplus abondance; caroncule; débordement; excentricité; excroissance; excès; excédent; extravagance; immodération; protubérance; surplus
extra beloning extra récompense; prime
extraatje boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; paiement de bénéfice; part de bénéfice; prime; prime-aide; subvention; supplément; tantième
gage appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; gages; paye; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
gratificatie gratification; prime
honorarium appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
loon appointements; cachet; droit de l'inventeur; gages; honoraire; honoraires; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; gages; paye; ressources; revenus; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
overschot bonus; prime; supplément; surplus restant; reste; résidu
premie boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; extra récompense; gratification; indemnité; paiement de bénéfice; part de bénéfice; prime; prime d'assurance; prime-aide; subvention; supplément; tantième
prijs hommage; honneurs; prime prix
rest bonus; prime; supplément; surplus restant; reste; résidu
salaris appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; gages; paye; ressources; revenus; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
soldij appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; paie; paye; salaire; solde
surplus bonus; prime; supplément; surplus abondance; débordement; excès; excédent; surplus
tantième boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; intéressement aux bénéfices; paiement de bénéfice; part de bénéfice; part des bénéfices; partage des bénéfices; participation aux bénéfices; prime; prime-aide; répartition des bénéfices; subvention; supplément; tantième
teveel bonus; prime; supplément; surplus abondance; débordement; excès; excédent; surplus
toegift bis; extra; prime; supplément
toeslag boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; paiement de bénéfice; part de bénéfice; prime; prime-aide; subvention; supplément; tantième frais; supplément; surcharge
traktement appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
verdienste appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement mérite
vergoeding appointements; cachet; droit de l'inventeur; gages; honoraire; honoraires; prime; récompense; rémunération; rétribution; salaire; traitement avantage; compensation; dédommagement; indemnisation; indemnité; remboursement des dégâts; restitution des dégâts; réparation
verzekeringspremie prime; prime d'assurance; supplément prime d'assurance
wedde appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; paie; paye; salaire; solde
winstaandeel boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; intéressement aux bénéfices; paiement de bénéfice; part de bénéfice; partage des bénéfices; participation aux bénéfices; prime; répartition des bénéfices; supplément; tantième dividende; intéressement aux bénéfices; part de bénéfice; participation aux bénéfices
winstdeel part des bénéfices; prime
winstdeling boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; intéressement aux bénéfices; paiement de bénéfice; part de bénéfice; partage des bénéfices; participation aux bénéfices; prime; répartition des bénéfices; supplément; tantième intéressement
winstuitkering boni; bonification; distribution de bénéfice; dividende; gratification; indemnité; intéressement aux bénéfices; paiement de bénéfice; part de bénéfice; partage des bénéfices; participation aux bénéfices; prime; répartition des bénéfices; supplément; tantième
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
prijs prix

Synoniemen voor "prime":


prime vorm van primer:

primer werkwoord (prime, primes, primons, primez, )

  1. primer (couronner; sacrer)
    bekronen
    • bekronen werkwoord (bekroon, bekroont, bekroonde, bekroonden, bekroond)

Conjugations for primer:

Présent
  1. prime
  2. primes
  3. prime
  4. primons
  5. primez
  6. priment
imparfait
  1. primais
  2. primais
  3. primait
  4. primions
  5. primiez
  6. primaient
passé simple
  1. primai
  2. primas
  3. prima
  4. primâmes
  5. primâtes
  6. primèrent
futur simple
  1. primerai
  2. primeras
  3. primera
  4. primerons
  5. primerez
  6. primeront
subjonctif présent
  1. que je prime
  2. que tu primes
  3. qu'il prime
  4. que nous primions
  5. que vous primiez
  6. qu'ils priment
conditionnel présent
  1. primerais
  2. primerais
  3. primerait
  4. primerions
  5. primeriez
  6. primeraient
passé composé
  1. ai primé
  2. as primé
  3. a primé
  4. avons primé
  5. avez primé
  6. ont primé
divers
  1. prime!
  2. primez!
  3. primons!
  5. primé
  6. primant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor primer:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekronen couronner; primer; sacrer

Synoniemen voor "primer":


Wiktionary: primer

primer
verb
  1. belonen voor uitmuntendheid
  2. intr|nld prevaleren, voorgaan

Verwante vertalingen van prime







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0460 seconde
Page rendered in 1.0 seconds