Près in het Nederlands vertaald uit het Frans

Frans

Uitgebreide vertaling voor près (Frans) in het Nederlands

près (à côté; tout près de; près de; proche de; proche; au-dessus; voisin; avoisinant; restreint)
dichtbij
– op een kleine afstand ¹
- dichtbij bijvoeglijk naamwoord
  - de school is dichtbij voor ons¹
in de buurt; nabijgelegen; vlakbij; nabij
- in de buurt bijvoeglijk naamwoord
- nabijgelegen bijvoeglijk naamwoord
- vlakbij bijwoord
- nabij bijvoeglijk naamwoord
près (proche; proche de; tout près de; près de)
nabije
- nabije bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dichtbij	au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
nabij	au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
nabijgelegen	au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vlakbij	au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
in de buurt	au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
nabije	proche; proche de; près; près de; tout près de

près

À petite distance ou à peu de temps.
- près → dichtbij; nabij; daarnaast; ernaast; hiernaast; in de nabijheid

près

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• près	→ nabije; dichtbij	↔ close — at a little distance
• près	→ nabij	↔ near — physically close
• près	→ nabij; dierbaar; naverwant; bij	↔ near — having a small intervening distance with regard to something