Frans
Uitgebreide vertaling voor poseur (Frans) in het Nederlands
poseur:
-
le poseur (cabotin; comédien; m'as-tu vu)
-
poseur (affecté; chichiteux; artificiel; pédant; minaudier; maniéré; plein de pose; avec affectation; d'une façon maniérée; d'une manière affectée)
aanstellerig; gekunsteld; dikdoenerig-
aanstellerig bijvoeglijk naamwoord
-
gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
dikdoenerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
poseur (affecté; chichiteux; plein de pose; mouvementé; minaudier; maniéré; avec affectation; d'une façon maniérée; d'une manière affectée)
geaffecteerd; bekakt; dikdoenerig-
geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
bekakt bijvoeglijk naamwoord
-
dikdoenerig bijvoeglijk naamwoord
-