Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor porte-parole (Frans) in het Nederlands

porte-parole:

porte-parole [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le porte-parole (orateur)
    de woordvoerder; de zegsman
  2. le porte-parole
    spreekbuis figuurlijk
  3. le porte-parole (cornet acoustique; porte-voix)
    de spreekhoorn; de spreektrompet

porte-parole [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la porte-parole
    de woordvoerster

Vertaal Matrix voor porte-parole:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spreekbuis figuurlijk porte-parole
spreekhoorn cornet acoustique; porte-parole; porte-voix
spreektrompet cornet acoustique; porte-parole; porte-voix
woordvoerder orateur; porte-parole
woordvoerster porte-parole
zegsman orateur; porte-parole

Synoniemen voor "porte-parole":


Wiktionary: porte-parole

porte-parole
noun
  1. Celui qui porter la parole, les revendications, les doléances, pour une assemblée, pour une compagnie, pour une personne.
porte-parole
noun
  1. persoon

Cross Translation:
FromToVia
porte-parole verdediger; voorstander advocate — person who speaks in support of something
porte-parole woordvoerder; woordvoerster; zegsman spokesman — one who speaks as the voice of a group of people

Verwante vertalingen van porte-parole