Frans

Uitgebreide vertaling voor plaindre (Frans) in het Nederlands

plaindre:

plaindre werkwoord (plains, plaint, plaignons, plaignez, )

  1. plaindre (montrer de la sympathie; présenter ses condoléances; exprimer ses condoléances; déplorer; faire preuve de sensibilité)
    condoleren; medeleven betuigen
  2. plaindre (émettre des réserves; se plaindre; se lamenter de)
    bezwaren; bezwaar maken; bezwaar aantekenen
    • bezwaren werkwoord (bezwaar, bezwaart, bezwaarde, bezwaarden, bezwaard)
    • bezwaar maken werkwoord (maak bezwaar, maakt bezwaar, maakte bezwaar, maakten bezwaar, bezwaar gemaakt)
    • bezwaar aantekenen werkwoord (teken bezwaar aan, tekent bezwaar aan, tekende bezwaar aan, tekenden bezwaar aan, bezwaar aangetekend)
  3. plaindre (compatir; présenter ses condoléances; déplorer; exprimer ses condoléances)
    meevoelen; meeleven
    • meevoelen werkwoord (voel mee, voelt mee, voelde mee, voelden mee, meegevoeld)
    • meeleven werkwoord (leef mee, leeft mee, leefde mee, leefden mee, meegeleefd)
  4. plaindre (sympathiser avec; déplorer; compatir; être sympathisant avec)
    sympathiseren; ideologie delen

Conjugations for plaindre:

Présent
  1. plains
  2. plains
  3. plaint
  4. plaignons
  5. plaignez
  6. plaignent
imparfait
  1. plaignais
  2. plaignais
  3. plaignait
  4. plaignions
  5. plaigniez
  6. plaignaient
passé simple
  1. plaignis
  2. plaignis
  3. plaignit
  4. plaignîmes
  5. plaignîtes
  6. plaignirent
futur simple
  1. plaindrai
  2. plaindras
  3. plaindra
  4. plaindrons
  5. plaindrez
  6. plaindront
subjonctif présent
  1. que je plaigne
  2. que tu plaignes
  3. qu'il plaigne
  4. que nous plaignions
  5. que vous plaigniez
  6. qu'ils plaignent
conditionnel présent
  1. plaindrais
  2. plaindrais
  3. plaindrait
  4. plaindrions
  5. plaindriez
  6. plaindraient
passé composé
  1. ai plaint
  2. as plaint
  3. a plaint
  4. avons plaint
  5. avez plaint
  6. ont plaint
divers
  1. plains!
  2. plaignez!
  3. plaignons!
  4. plaint
  5. plaignant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor plaindre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meeleven compassion
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezwaar aantekenen plaindre; se lamenter de; se plaindre; émettre des réserves
bezwaar maken plaindre; se lamenter de; se plaindre; émettre des réserves
bezwaren plaindre; se lamenter de; se plaindre; émettre des réserves alourdir; apesantir; charger; renforcer; s'aggraver; s'alourdir
condoleren déplorer; exprimer ses condoléances; faire preuve de sensibilité; montrer de la sympathie; plaindre; présenter ses condoléances
ideologie delen compatir; déplorer; plaindre; sympathiser avec; être sympathisant avec
medeleven betuigen déplorer; exprimer ses condoléances; faire preuve de sensibilité; montrer de la sympathie; plaindre; présenter ses condoléances
meeleven compatir; déplorer; exprimer ses condoléances; plaindre; présenter ses condoléances compatir; comprendre; considérer; envisager; figurer; parler sérieusement; présenter; représenter; s'identifier à; s'imaginer; se figurer; se mettre dans la peau de
meevoelen compatir; déplorer; exprimer ses condoléances; plaindre; présenter ses condoléances
sympathiseren compatir; déplorer; plaindre; sympathiser avec; être sympathisant avec

Synoniemen voor "plaindre":


Wiktionary: plaindre

plaindre
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens.
plaindre
verb
  1. iemands leed bejammeren
  2. ongenoegen uiten

Cross Translation:
FromToVia
plaindre klagen complain — to express feelings of pain, dissatisfaction, or resentment

Verwante vertalingen van plaindre