Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pif:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pif (Frans) in het Nederlands

pif:

pif [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pif (museau)
    de snufferd
    • snufferd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le pif (nez de patate)
    aardappelneus
  3. le pif (nez tubéreux; trompe)
    knolneus; de kokkerd
    • knolneus [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kokkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardappelneus nez de patate; pif
knolneus nez tubéreux; pif; trompe
kokkerd nez tubéreux; pif; trompe colosse; gros nez; mastodonte; type
snufferd museau; pif

Synoniemen voor "pif":

  • blair; blase; tarin; nez