Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor perturbateur (Frans) in het Nederlands

perturbateur:

perturbateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le perturbateur (tapageur; chahuteur; agitateur; névrosé; névropathe)
    de herrieschopper; de druktemaker; de zenuwlijder
  2. le perturbateur (agitateur; rebelle; révolté; )
    de stokebrand; de herrieschopper; de rustverstoorder; de oproerkraaier
  3. le perturbateur (agitateur; meneur; provocateur)
    de agitator; de stokebrand; de opruier; de intrigant; opstoker; de stoker
    • agitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stokebrand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opruier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • intrigant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opstoker [znw.] zelfstandig naamwoord
    • stoker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor perturbateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitator agitateur; meneur; perturbateur; provocateur
druktemaker agitateur; chahuteur; névropathe; névrosé; perturbateur; tapageur chichiteux; tapageur
herrieschopper agitateur; chahuteur; insurgé; mutin; névropathe; névrosé; perturbateur; rebelle; révolté; tapageur chamailleur; querelleur; tapageur
intrigant agitateur; meneur; perturbateur; provocateur comploteur; conjuré; conspirateur; intrigant; semeur de discorde
oproerkraaier agitateur; insurgé; mutin; perturbateur; rebelle; révolté; tapageur
opruier agitateur; meneur; perturbateur; provocateur
opstoker agitateur; meneur; perturbateur; provocateur agitateur; créateur; fondateur; initiateur; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur
rustverstoorder agitateur; insurgé; mutin; perturbateur; rebelle; révolté; tapageur
stokebrand agitateur; insurgé; meneur; mutin; perturbateur; provocateur; rebelle; révolté; tapageur personne irascible; soupe au lait; tête brûlée
stoker agitateur; meneur; perturbateur; provocateur brûleur; distillateur; semeur de discorde
zenuwlijder agitateur; chahuteur; névropathe; névrosé; perturbateur; tapageur chichiteux; malade nerveux; nerveux; névropathe; névrosé; névrosée; personne nerveuse; tapageur; énervé

Synoniemen voor "perturbateur":


Wiktionary: perturbateur

perturbateur
noun
  1. Celui, celle qui cause du trouble.