Patrie in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

patrie:
- thuis; heem; geboorteplaats; bakermat; vaderland; land van herkomst; thuisland; geboorteland; land van oorsprong
Wiktionary:
- patrie → vaderland, land
- patrie → vaderland, moederland, thuisland

Frans

Uitgebreide vertaling voor patrie (Frans) in het Nederlands

la patrie (pays natal; pays d'origine)
het thuis; het heem
- thuis [het ~] zelfstandig naamwoord
- heem [het ~] zelfstandig naamwoord
la patrie (lieu de naissance; berceau; maison natale)
de geboorteplaats; de bakermat
- geboorteplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
- bakermat [de ~] zelfstandig naamwoord
la patrie (pays natal; mère patrie; pays d'origine)
het vaderland; land van herkomst; de bakermat; het thuisland; het geboorteland; land van oorsprong
- vaderland [het ~] zelfstandig naamwoord
- land van herkomst [znw.] zelfstandig naamwoord
- bakermat [de ~] zelfstandig naamwoord
- thuisland [het ~] zelfstandig naamwoord
- geboorteland [het ~] zelfstandig naamwoord
- land van oorsprong [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bakermat	berceau; lieu de naissance; maison natale; mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal	commencement; origine; source
geboorteland	mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal
geboorteplaats	berceau; lieu de naissance; maison natale; patrie
heem	patrie; pays d'origine; pays natal	basse-cour; enclos
land van herkomst	mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal
land van oorsprong	mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal
thuis	patrie; pays d'origine; pays natal	chez-soi; demeure; domicile; foyer; habitation; logement; logis; maison; maison d'habitation; résidence
thuisland	mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal
vaderland	mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
thuis		chez soi; à la maison

patrie

noun

patrie

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• patrie	→ vaderland	↔ fatherland — fatherland
• patrie	→ moederland	↔ home — someone’s native land
• patrie	→ thuisland	↔ home country — the country where a person was born and raised
• patrie	→ thuisland	↔ homeland — homeland
• patrie	→ vaderland	↔ motherland — the country of one's ancestors
• patrie	→ vaderland	↔ Vaterland — Land, aus dem man stammt