Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parquet:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor parquet (Frans) in het Nederlands

parquet:

parquet [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le parquet
    het parket; de parketvloer
  2. le parquet
    kippestok; kippenrek

Vertaal Matrix voor parquet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kippenrek parquet
kippestok parquet
parket parquet
parketvloer parquet

Synoniemen voor "parquet":


Wiktionary: parquet

parquet
noun
  1. agri|fr enclos pour parquer, volailles, moutons, veaux, etc., ou pour diviser en compartiments un vaste pâturage.

Cross Translation:
FromToVia
parquet parket Parkett — Fußbodenbelag, nach bestimmten Verlegemustern zusammengefügt aus kleinen Holzteilen

Verwante vertalingen van parquet