Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parler de:
  2. Gebruikers suggesties voor parler de:
    • vertellen over


Frans

Uitgebreide vertaling voor parler de (Frans) in het Nederlands

parler de:

parler de werkwoord

  1. parler de (causer de; discuter; débattre; convaincre)
    bespreken; bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten
    • bespreken werkwoord (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
    • bediscussiëren werkwoord
    • doorspreken werkwoord (spreek door, spreekt door, sprak door, spraken door, doorgesproken)
    • praten over werkwoord
    • bepraten werkwoord (bepraat, bepraatte, bepraatten, bepraat)
    • doorpraten werkwoord (praat door, praatte door, praatten door, doorgepraat)
  2. parler de (discuter de; traiter; causer de)
    onderwerp behandelen; spreken over
  3. parler de (passer en revue; étudier; traiter; voir)
    doornemen
    • doornemen werkwoord (neem door, neemt door, nam door, namen door, doorgenomen)

Vertaal Matrix voor parler de:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreken discussion; fait de parler de
spreken over discussion; fait de parler de
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediscussiëren causer de; convaincre; discuter; débattre; parler de
bepraten causer de; convaincre; discuter; débattre; parler de
bespreken causer de; convaincre; discuter; débattre; parler de effectuer des réservations
doornemen parler de; passer en revue; traiter; voir; étudier
doorpraten causer de; convaincre; discuter; débattre; parler de continuer à discuter; continuer à parler
doorspreken causer de; convaincre; discuter; débattre; parler de discuter; débattre; délibérer
onderwerp behandelen causer de; discuter de; parler de; traiter
praten over causer de; convaincre; discuter; débattre; parler de
spreken over causer de; discuter de; parler de; traiter

Verwante vertalingen van parler de