Frans

Uitgebreide vertaling voor pardon (Frans) in het Nederlands

pardon:

pardon bijvoeglijk naamwoord

  1. pardon (désolé; excusez-moi; mes excuses)
    sorry; pardon
    • sorry bijvoeglijk naamwoord
    • pardon bijvoeglijk naamwoord

pardon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pardon (rémission; grâce; absolution)
    de vergiffenis; de genade; de vergeving; de verschoning; het pardon
  2. le pardon (amnistie; libération; exonération; )
    de amnestie; de kwijtschelding; de vrijlating
  3. le pardon (absolution; grâce; clémence)
    de kwijtschelding; de begenadiging; de gratie; de genade; het pardon
  4. le pardon (absolution; exonération; amnistie)
    de absolutie; de kwijtschelding; het pardon
  5. le pardon (compassion; grâce; pitié; miséricorde)
    het mededogen; de barmhartigheid

Vertaal Matrix voor pardon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolutie absolution; amnistie; exonération; pardon
amnestie absolution; affranchissement; amnistie; dispense; exemption; exonération; libération; mise en liberté; pardon
barmhartigheid compassion; grâce; miséricorde; pardon; pitié
begenadiging absolution; clémence; grâce; pardon
genade absolution; clémence; grâce; pardon; rémission clémence; grâce; indulgence; miséricorde
gratie absolution; clémence; grâce; pardon attrait; bienfaisance; bienveillance; bonnes dispositions; bonnes grâces; charité; charme; faveurs; grâce; miséricorde; oeuvres de charité; élégance
kwijtschelding absolution; affranchissement; amnistie; clémence; dispense; exemption; exonération; grâce; libération; mise en liberté; pardon
mededogen compassion; grâce; miséricorde; pardon; pitié
pardon absolution; amnistie; clémence; excuse; exonération; grâce; pardon; rémission fait de s'excuser; fait de se justifier
sorry excuse; pardon
vergeving absolution; grâce; pardon; rémission
vergiffenis absolution; grâce; pardon; rémission
verschoning absolution; grâce; pardon; rémission change de linge; changement; conversion; fait de s'excuser; fait de se justifier; récusation; substitution; échange
vrijlating absolution; affranchissement; amnistie; dispense; exemption; exonération; libération; mise en liberté; pardon amnistie; libération; mise en liberté
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pardon désolé; excusez-moi; mes excuses; pardon
sorry désolé; excusez-moi; mes excuses; pardon

Synoniemen voor "pardon":


Wiktionary: pardon

pardon
  1. een informele verontschuldiging of excuses
noun
  1. het iemand niet kwalijk nemen van iets; het kwijtschelden van een schuld

Cross Translation:
FromToVia
pardon ik bied mijn excuses aan; het spijt me ↔ I'm sorry — I'm sorry
pardon pardon; excuseer; wablief excuse me — request to repeat
pardon excuseer; pardon excuse me — request for attention
pardon excuseert u mij; excuseer; pardon excuse me — request to pass
pardon pardon; excuseer; excuseert u mij excuse me — sorry, as apology
pardon sorry; het spijt me; pardon; excuseer sorry — expression of regret or sorrow
pardon pardon; wat zegt u; wat zeg je sorry — request to repeat
pardon sorry; excuses EntschuldigungWort, das man beim Bedauern eines eigenen Fehlers sagt