Frans
Uitgebreide vertaling voor par pièce (Frans) in het Nederlands
par pièce:
-
par pièce (un par un; successivement)
stuksgewijs; per stuk; een voor een-
stuksgewijs bijvoeglijk naamwoord
-
per stuk bijvoeglijk naamwoord
-
een voor een bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor par pièce:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stuksgewijs | par pièce; successivement; un par un | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
een voor een | par pièce; successivement; un par un | |
per stuk | par pièce; successivement; un par un |