Frans

Uitgebreide vertaling voor pagaille (Frans) in het Nederlands

pagaille:

pagaille [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pagaille (embarras; tintouin; remue-ménage; cérémonie; foule d'occupations)
    het gedoe; de drukte; de omhaal
    • gedoe [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drukte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • omhaal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la pagaille (chaos; embrouillage; désordre; )
    de wanorde; de chaos; de puinhoop; de heksenketel; de wanordelijkheid; het zootje; regelloosheid; de keet
  3. la pagaille (tas de décombres; désordre; bordel; )
    de rotzooi; de puinhoop; de zooi; het zootje; de rommel; de troep; de bende; de puinzooi
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la pagaille (labyrinthe; bordel; dédale; )
    het labyrint; de doolhof; de warboel; het warnet
    • labyrint [het ~] zelfstandig naamwoord
    • doolhof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warnet [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la pagaille (fouillis; désordre; bordel; )
    de knoeiboel; de rommel; de warboel; het zootje; de warhoop; de troep; de warwinkel
    • knoeiboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • warhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warwinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. la pagaille (bric-à-brac; méli-mélo; ramassis)
    de rommelzooi
  7. la pagaille (bousillage; bricolage; brouillon; )
    het kladwerk; het knutselwerk; het prutswerk; het broddelwerk; het knoeiwerk
  8. la pagaille (emmerdes; emmerdement; histoires; )
    het gezeur; het gemekker; het gezanik
    • gezeur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gemekker [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezanik [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. la pagaille
    rommelig gedoe
  10. la pagaille (bordel; désordre; gâchis; )
    het soepzootje
  11. la pagaille (chaos; désordre; trouble; anarchie)
    de wanorde; de wanordelijkheid; het zooitje
  12. la pagaille (saletés; brouillon; bazar; gribouillage)
    gerotzooi; het geflikflooi
  13. la pagaille (barbouillage; saletés)
    geklodder

Vertaal Matrix voor pagaille:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bende bazar; bordel; chahut; désordre; fouillis; foutoir; pagaille; tas de décombres accumulation; attroupement; bande; clan; clique; cumul; des tas de gens; encombrement; entassement; foule; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; masse; meute; multitude de gens; rassemblement; troupe
broddelwerk bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
chaos bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe
doolhof bordel; brouillamini; chaos; conflit; confusion; discorde; dispute; dédale; dégâts; démêlé; désordre; heurt; labyrinthe; litige; lutte; pagaille; ravage; troubles
drukte cérémonie; embarras; foule d'occupations; pagaille; remue-ménage; tintouin activité; affairement; affluence; animation; bousculade; brouhaha; chahut; charivari; chichis; cohue; effervescence; esbroufe; foule; foule d'occupations; masse; mobilité; multitude de personnes; poussée; presse; rumeur; tam-tam; tapage; tracas; tumulte; vacarme; vivacité; émoi
gedoe cérémonie; embarras; foule d'occupations; pagaille; remue-ménage; tintouin
geflikflooi bazar; brouillon; gribouillage; pagaille; saletés
geklodder barbouillage; pagaille; saletés
gemekker chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille bêlement; doléances; gémissement; lamentations; plainte; plaintes; rabâchage
gerotzooi bazar; brouillon; gribouillage; pagaille; saletés brouillon; farfouillement; gâchis
gezanik chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille embêtements; emmerdement; ennuis; histoires; jérémiades
gezeur chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille embêtements; emmerdement; ennuis; histoires; jérémiades; lamentations; plaintes; rabâchage; tripotage
heksenketel bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe bousculade; chahut; charivari; cohue; effervescence; presse; tumulte; vacarme; émoi
keet bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe allégresse; badinage; baraque; baraque de chantier; belle humeur; blague; bonne humeur; bordel; bouffonnerie; bêtise; cabine; chaumière; cocasserie; cris d'allégresse; divertissement; décharge; enjouement; farce; folie; gaieté; grande joie; grange; hangar; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisanterie; plaisir; raillerie; remise; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité
kladwerk bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés brouillon; cahier de brouillon; cahier de brouillons; gribouillage; griffonnage; tache
knoeiboel barbouillage; bordel; bousillage; chaos; désordre; fatras; fouillis; gribouillage; pagaille; ramassis
knoeiwerk bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
knutselwerk bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés bricolage; travail d'amateur
labyrint bordel; brouillamini; chaos; conflit; confusion; discorde; dispute; dédale; dégâts; démêlé; désordre; heurt; labyrinthe; litige; lutte; pagaille; ravage; troubles
omhaal cérémonie; embarras; foule d'occupations; pagaille; remue-ménage; tintouin apparat; cortège; célébration; cérémonie; formalité; procession; rite; solennité
prutswerk bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
puinhoop bazar; bordel; chahut; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; fouillis; foutoir; pagaille; pagaïe; tas de décombres
puinzooi bazar; bordel; chahut; désordre; fouillis; foutoir; pagaille; tas de décombres
regelloosheid bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe
rommel barbouillage; bazar; bordel; bousillage; chahut; chaos; désordre; fatras; fouillis; foutoir; gribouillage; pagaille; ramassis; tas de décombres brimborions; camelote; immondices; ordures ménagères; pacotille
rommelig gedoe pagaille
rommelzooi bric-à-brac; méli-mélo; pagaille; ramassis
rotzooi bazar; bordel; chahut; désordre; fouillis; foutoir; pagaille; tas de décombres bibine; bordel; charogne; cochonnerie; débris; déchets; décombres; gravats; ordures; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté
soepzootje bazar; bordel; désordre; fouillis; gâchis; méli-mélo; pagaille
troep barbouillage; bazar; bordel; bousillage; chahut; chaos; désordre; fatras; fouillis; foutoir; gribouillage; pagaille; ramassis; tas de décombres accumulation; affluence; attroupement; bande; bibine; bordel; charogne; clique; cochonnerie; foule; grand nombre de gens; masse; meute; multitude de gens; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rassemblement; rinçure; saleté; troupe
wanorde anarchie; bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe; trouble
wanordelijkheid anarchie; bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe; trouble négligence
warboel barbouillage; bordel; bousillage; brouillamini; chaos; conflit; confusion; discorde; dispute; dédale; dégâts; démêlé; désordre; fatras; fouillis; gribouillage; heurt; labyrinthe; litige; lutte; pagaille; ramassis; ravage; troubles
warhoop barbouillage; bordel; bousillage; chaos; désordre; fatras; fouillis; gribouillage; pagaille; ramassis
warnet bordel; brouillamini; chaos; conflit; confusion; discorde; dispute; dédale; dégâts; démêlé; désordre; heurt; labyrinthe; litige; lutte; pagaille; ravage; troubles
warwinkel barbouillage; bordel; bousillage; chaos; désordre; fatras; fouillis; gribouillage; pagaille; ramassis
zooi bazar; bordel; chahut; désordre; fouillis; foutoir; pagaille; tas de décombres
zooitje anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble
zootje barbouillage; bazar; bordel; bousillage; chahut; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; fatras; fouillis; foutoir; gribouillage; pagaille; pagaïe; ramassis; tas de décombres

Synoniemen voor "pagaille":


Wiktionary: pagaille

pagaille
noun
  1. een bende

Cross Translation:
FromToVia
pagaille sores; problemen tsuris — problems or troubles

Verwante vertalingen van pagaille