Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor osseux (Frans) in het Nederlands

osseux:

osseux bijvoeglijk naamwoord

  1. osseux (ossu)
    schonkig
  2. osseux (squelettique; osseuse; ossu)
    knokig; scharminkelig
  3. osseux (osseuse; ossu)
    botachtig; beenachtig; op een bot lijkend
  4. osseux (osseuse; ossu)
    benig; beenachtig; op een been lijkend
  5. osseux (noueux; maigre)
    benig
    • benig bijvoeglijk naamwoord
  6. osseux
    bonkig
    • bonkig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor osseux:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beenachtig osseuse; osseux; ossu
benig maigre; noueux; osseuse; osseux; ossu
bonkig osseux
knokig osseuse; osseux; ossu; squelettique
schonkig osseux; ossu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
botachtig osseuse; osseux; ossu
op een been lijkend osseuse; osseux; ossu
op een bot lijkend osseuse; osseux; ossu
scharminkelig osseuse; osseux; ossu; squelettique

Synoniemen voor "osseux":


Wiktionary: osseux

osseux
adjective
  1. Qui est de la nature des os, qui a rapport aux os.

Verwante vertalingen van osseux