Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. opportun:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor opportun (Frans) in het Nederlands

opportun:

opportun bijvoeglijk naamwoord

  1. opportun (propice; au bon moment; à propos; de saison)
    gelegen; van pas
  2. opportun (bienvenu; agréable)
    welkom
    • welkom bijvoeglijk naamwoord
  3. opportun
    opportuun

Vertaal Matrix voor opportun:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welkom accueil; bienvenue; réception
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelegen au bon moment; de saison; opportun; propice; à propos situé
opportuun opportun
welkom agréable; bienvenu; opportun bienvenue
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van pas au bon moment; de saison; opportun; propice; à propos

Synoniemen voor "opportun":


Wiktionary: opportun

opportun
adjective
  1. Qui est à propos, selon le temps et le lieu.

Cross Translation:
FromToVia
opportun gelegen; gunstig opportune — at a convenient time
opportun geschikt; passend suitable — appropriate to a certain occasion
opportun tijdig timely — happening or appearing at the proper time