Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. opacité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor opacité (Frans) in het Nederlands

opacité:

opacité zelfstandig naamwoord

  1. opacité
    de matheid
    • matheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor opacité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matheid opacité apathie; caractère terne; faiblesse; lourdeur; manque d'énergie; paresse

Synoniemen voor "opacité":

  • obscurité; noirceur; noir; nébulosité; assombrissement; occultation

Wiktionary: opacité

opacité
noun
  1. qualité de ce qui est opaque.