Frans
Uitgebreide vertaling voor officieux (Frans) in het Nederlands
officieux:
-
officieux (officieusement; non officiel; informel; non confirmé)
onofficieel; officieus; zijdelings; niet officieel-
onofficieel bijvoeglijk naamwoord
-
officieus bijvoeglijk naamwoord
-
zijdelings bijvoeglijk naamwoord
-
niet officieel bijvoeglijk naamwoord
-
-
officieux (non affirmé; informel; non confirmé; non officiel)
onbevestigd-
onbevestigd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor officieux:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
officieus | informel; non confirmé; non officiel; officieusement; officieux | |
onbevestigd | informel; non affirmé; non confirmé; non officiel; officieux | |
onofficieel | informel; non confirmé; non officiel; officieusement; officieux | |
zijdelings | informel; non confirmé; non officiel; officieusement; officieux | indirect; indirectement |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
niet officieel | informel; non confirmé; non officiel; officieusement; officieux |
Synoniemen voor "officieux":
Wiktionary: officieux
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• officieux | → officieus | ↔ unofficial — not official |
Computer vertaling door derden: