Occupé in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

occupé:
- actief; bedrijvig; bezig; druk; onledig houden met; onledig; bezet; gebonden; niet vrij
Wiktionary:
- occupé → bezig, bezet
- occupé → bezig, bezet

Frans

Uitgebreide vertaling voor occupé (Frans) in het Nederlands

occupé:

occupé bijvoeglijk naamwoord

occupé (actif; agissant; active; travailleur; diligent; animé; activement; affairé; diligemment)
actief; bedrijvig; bezig; druk
- actief bijvoeglijk naamwoord
- bedrijvig bijvoeglijk naamwoord
- bezig bijvoeglijk naamwoord
- druk bijvoeglijk naamwoord
occupé
onledig houden met
- onledig houden met bijvoeglijk naamwoord
occupé
onledig
- onledig bijvoeglijk naamwoord
occupé
bezet
- bezet bijvoeglijk naamwoord
occupé (lié; engagé; obligé; tenu)
gebonden; niet vrij
- gebonden bijvoeglijk naamwoord
- niet vrij bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor occupé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
druk		cargaison; charge; fardeau; force; impression; pression; tirage
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
actief	actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; occupé; travailleur	actif; active; activement; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; diligemment; diligent; dynamique; laborieuse; laborieusement; laborieux; labourieusement; remuant; travaillant; travailleur; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement
bedrijvig	actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; occupé; travailleur	actif; active; activement; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux; labourieusement; travaillant; travailleur
bezet	occupé	alerte; animé; avec animation; avec vivacité; enjoué; gai; gaiement; joyeux; occupé, e; remuant; turbulent; vif; vive
bezig	actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; occupé; travailleur	actif; active; activement; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux; labourieusement; travaillant; travailleur
druk	actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; occupé; travailleur	alerte; animé; avec animation; avec enjouement; avec vivacité; enjoué; gai; gaiement; joyeux; qui parle en gesticulant; remuant; turbulent; vif; vive
gebonden	engagé; lié; obligé; occupé; tenu
onledig	occupé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
niet vrij	engagé; lié; obligé; occupé; tenu
onledig houden met	occupé

Synoniemen voor "occupé":

absorbé; absent; bu; pensif; songeur; affairé; agité; actif; embesogné; accaparé; obnubilé; indisponible; malade; meublé; garni; ornementé; rempli; enrichi; rêveur; soucieux; préoccupé; méditatif; contemplatif; plein; farci; chargé; complet; débordant; bondé; saturé; peuplé; repu; rassasié; pris; tenu; saisi

Wiktionary: occupé

occupé

adjective

Qui n’est pas disponible pour le moment, en parlant d’une personne, d’une ligne téléphonique pour un numéro qu’on appelle, etc.
- occupé → bezig

occupé

adjective

gedomineerd door de aanwezigheid van...
- bezet → occupé
aan het werken
- bezig → occupé

Cross Translation:

From	To	Via
• occupé	→ bezig	↔ busy — doing a great deal
• occupé	→ bezig	↔ busy — engaged
• occupé	→ bezet	↔ occupied — reserved
• occupé	→ bezet; bezig	↔ occupied — busy
• occupé	→ bezet	↔ occupied — militarily subjugated

Verwante vertalingen van occupé

Remove Ads

Vertaal occupé van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor occupé (Frans) in het Nederlands

occupé:

occupé bijvoeglijk naamwoord

occupé (actif; agissant; active; travailleur; diligent; animé; activement; affairé; diligemment)

occupé

occupé

occupé

occupé (lié; engagé; obligé; tenu)

Vertaal Matrix voor occupé:

Synoniemen voor "occupé":

Wiktionary: occupé

Verwante vertalingen van occupé