Frans
Uitgebreide vertaling voor obligé (Frans) in het Nederlands
obligé:
-
obligé (obligatoire; engagé; dû; lié; réglementaire; tenu)
verplicht; obligaat; obligatoir; vereist-
verplicht bijvoeglijk naamwoord
-
obligaat bijvoeglijk naamwoord
-
obligatoir bijvoeglijk naamwoord
-
vereist bijvoeglijk naamwoord
-
-
obligé (reconnaissant; avec reconnaissance)
-
obligé (occupé; lié; engagé; tenu)
Vertaal Matrix voor obligé:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dankbaar | avec reconnaissance; obligé; reconnaissant | |
erkentelijk | avec reconnaissance; obligé; reconnaissant | |
gebonden | engagé; lié; obligé; occupé; tenu | |
obligaat | dû; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu | |
obligatoir | dû; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu | |
verplicht | dû; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu | forcé; involontaire; obligatoire |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
niet vrij | engagé; lié; obligé; occupé; tenu | |
vereist | dû; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu | crucial; décisif; essentiel; fondamental; indispensable; élementaire |