Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- notifier:
-
Wiktionary:
- notifier → waarschuwen, mededelen, notificeren
Frans
Uitgebreide vertaling voor notifier (Frans) in het Nederlands
notifier:
notifier werkwoord (notifie, notifies, notifions, notifiez, notifient, notifiais, notifiait, notifiions, notifiiez, notifiaient, notifiai, notifias, notifia, notifiâmes, notifiâtes, notifièrent, notifierai, notifieras, notifiera, notifierons, notifierez, notifieront)
-
notifier (faire connaître; mettre au courant de; annoncer; inquiéter; porter à la connaissance de; mettre en garde contre; publier; s'annoncer)
informeren; op de hoogte brengen; verwittigen; waarschuwen; van iets in kennis stellen; tippen; inlichten-
op de hoogte brengen werkwoord
-
van iets in kennis stellen werkwoord (stel van iets in kennis, stelt van iets in kennis, stelde van iets in kennis, stelden van iets in kennis, van iets in kennis gesteld)
-
notifier (sommer; convoquer)
-
notifier (rendre publique; annoncer; publier; proclamer; promulguer)
bekend maken; afkondigen; bekendmaken; openbaar maken; aflezen; afroepen; oplezen-
bekend maken werkwoord
-
openbaar maken werkwoord (maak openbaar, maakt openbaar, maakte openbaar, maakten openbaar, openbaar gemaakt)
-
-
notifier (convoquer; appeler; appeler à; sommer; remémorer; citer en justice; interpeller; intimer; assigner en justice; paraître devant le tribunal; sommer de)
-
notifier (annoncer; informer; signaler; faire savoir)
iets aankondigen-
iets aankondigen werkwoord
-
Conjugations for notifier:
Présent
- notifie
- notifies
- notifie
- notifions
- notifiez
- notifient
imparfait
- notifiais
- notifiais
- notifiait
- notifiions
- notifiiez
- notifiaient
passé simple
- notifiai
- notifias
- notifia
- notifiâmes
- notifiâtes
- notifièrent
futur simple
- notifierai
- notifieras
- notifiera
- notifierons
- notifierez
- notifieront
subjonctif présent
- que je notifie
- que tu notifies
- qu'il notifie
- que nous notifiions
- que vous notifiiez
- qu'ils notifient
conditionnel présent
- notifierais
- notifierais
- notifierait
- notifierions
- notifieriez
- notifieraient
passé composé
- ai notifié
- as notifié
- a notifié
- avons notifié
- avez notifié
- ont notifié
divers
- notifie!
- notifiez!
- notifions!
- notifié
- notifiant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor notifier:
Synoniemen voor "notifier":
Wiktionary: notifier
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• notifier | → waarschuwen; mededelen; notificeren | ↔ notify — (transitive) To give (someone) notice of (something) |
Computer vertaling door derden: