Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor mur (Frans) in het Nederlands

mur:

mur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mur (muraille; clôture)
    de muur; de heining
    • muur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heining [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. le mur (cloison; paroi)
    de wand; de kamerwand
    • wand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kamerwand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heining clôture; mur; muraille
kamerwand cloison; mur; paroi
muur clôture; mur; muraille
wand cloison; mur; paroi

Synoniemen voor "mur":


Wiktionary: mur

mur
noun
  1. maçonnerie|fr ouvrage de maçonnerie qui sert à enclore un espace, à le séparer d’un autre ou à le diviser.
mur
noun
  1. verticale vlakke constructie van steen

Cross Translation:
FromToVia
mur muur Mauer — Wand eines Gebäudes aus Stein, Beton oder auch Lehm
mur muur Mauer — Bauwerk in Form einer freistehenden Wand (manchmal mit einem Gang darin)
mur muur wall — defensive rampart built up of earth, stone etc.
mur muur; wand wall — permanent, substantial side or division in a building

Verwante vertalingen van mur