Motte in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

motte:
- zode; graszode; plag; veengrond; turf; veen; turfveen; klont; klonter; heleboel; hoop; boel
Wiktionary:
- motte → aardkluit, motte, kluit
- motte → brok, klont

Frans

Uitgebreide vertaling voor motte (Frans) in het Nederlands

la motte
de zode
- zode [de ~] zelfstandig naamwoord
la motte (motte de gazon; gazon)
de graszode; de zode; de plag
- graszode [de ~] zelfstandig naamwoord
- zode [de ~] zelfstandig naamwoord
- plag [de ~] zelfstandig naamwoord
la motte (tourbe; tourbière; terrain tourbeux)
de veengrond; de turf; het veen; turfveen
- veengrond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- turf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- veen [het ~] zelfstandig naamwoord
- turfveen [znw.] zelfstandig naamwoord
la motte (caillot; grumeau; gros morceau; morceau; masse)
de klont; de klonter
- klont [de ~] zelfstandig naamwoord
- klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la motte (amas; multitude; grande quantité; montagne; masse; foule; tas; monceau)
heleboel; de hoop; de boel
- heleboel [znw.] zelfstandig naamwoord
- hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boel	amas; foule; grande quantité; masse; monceau; montagne; motte; multitude; tas
graszode	gazon; motte; motte de gazon
heleboel	amas; foule; grande quantité; masse; monceau; montagne; motte; multitude; tas
hoop	amas; foule; grande quantité; masse; monceau; montagne; motte; multitude; tas	abondance; accumulation; amas; amoncellement; anticipation; assemblage; attente; attroupement; bande; clique; crotte; cumul; des tas de gens; encombrement; entassement; espoir; espérance; excréments; foule; grand nombre de personnes; grande quantité; grande quantité de personnes; horde; masse; merde; meute; monceau; montagne; multitude; multitude de gens; perspective; pile; profusion; quantité; ramas; rassemblement; tas; troupe; étron
klont	caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte	grumeau; morceau; partie
klonter	caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte
plag	gazon; motte; motte de gazon
turf	motte; terrain tourbeux; tourbe; tourbière	tourbe
turfveen	motte; terrain tourbeux; tourbe; tourbière
veen	motte; terrain tourbeux; tourbe; tourbière
veengrond	motte; terrain tourbeux; tourbe; tourbière
zode	gazon; motte; motte de gazon

motte

noun

Petit morceau de terre comme on en détacher avec la charrue, la bêche, etc.
- motte → aardkluit; motte

motte

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• motte	→ brok; klont	↔ lump — something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group